"Some people care too much… I think it’s called love." - Winnie the Pooh

maandag 29 oktober 2012

  • Opgepoetst

    Ik voel me heerlijk. En wat kan dat bevrijdend voelen na alle onzekerheid. Al die stiekeme dingetjes heb ik opzij geschoven en nu kan ik dus heerlijk genieten van het gevoel wat hij bij me losmaakt. Nog steeds, zelfs op zo'n afstand, voel ik me in vlagen toch zo ontzettend verliefd. Dan wil ik huppelen door de straat en zingend van roze wolk naar roze wolk, tot in de zevende hemel.

    Het is gek om je te beseffen dat we inmiddels al in de achtste week zitten en dus al bijna twee maanden elkaar niet hebben kunnen aanraken, knuffelen en heerlijk bij elkaar hebben kunnen zijn. Zoals het in onzekere buien zo oneindig lang geleden kan lijken, zo voelt het nu wel 'oké'. Natuurlijk blijft dat een relatief begrip, want als er een vlucht naar hem zou gaan (eentje waarbij ik mee mag) dan zou ik geen seconde twijfelen en de eerste de beste mogelijkheid met beide handen aangrijpen om hem even te kunnen zien, al is het maar voor een dag. Of zelfs maar een paar uur. Maar zo over het algemeen heb ik mijn draai wel gevonden. De laatste twee dagen heb ik toevallig aan twee mensen uitgelegd waar de tatoeage voor staat die ik een paar jaar terug heb laten zetten. Deze staat onder andere symbool voor de zon, om mij er aan te herinneren dat ik graag van het positieve uit ga, de dingen graag positief benader en dat daar de meeste kracht in ligt. Dit straal ik blijkbaar wel uit naar mijn omgeving, als ik de lieve berichtjes mag geloven over dat ik het zo goed doe en zo sterk ben, maar naar mijzelf toe, onder die laag van uiterlijke schijn, is dat zonnetje, dat positieve, soms best even zoeken en pas te vinden als ik de wolkjes weer eens wegpoets en het zonnetje kan laten glimmen.

    Als ik hoor hoe het met het vriendje gaat zou ik soms wel wensen dat ik daar kon zijn en eens voor 'm zou kunnen zorgen. Hij werkt hard en sport veel, maar is dus ook veel moe en heeft af en toe wat kleine 'kwaaltjes'. Wat zou het fijn zijn om hem eens die welverdiende ontspannende (en martelende, want daar ben ik ook goed in) massage te geven (want het is toch best apart om te horen dat een ander hem masseert, hoe functioneel het ook is), om zijn hoofdpijn over te nemen of hem een heerlijke nacht slaap te geven in mijn armen.

    En of we elkaar nou een paar dagen achter elkaar spreken, of dat het al een poosje terug is dat we contact hebben gehad, elk moment is zo puur genieten! Elk moment dat ik hem spreek doet mijn hart net een slag sneller slaan, ontwaakt de vlinders in mijn buik en zorgt er voor dat ik helemaal warm word vanbinnen. Ik ben zo stapelverliefd op mijn lief, zo hoteldebotel suikerspinroze met hartjes in de ogen vanuit het topje van mijn hoofd tot het puntje van mijn tenen verliefd op hem. Van zijn lieve opmerkingen groeit mijn hart keer op keer nog een beetje meer, maar het mooiste is om hem te zien en horen lachen. Ik hou er van om, als we elkaar spreken op de webcam of aan de telefoon, gekke opmerkingen te maken, gewoon zodat ik zijn heerlijke lach kan zien en horen en we samen weer gek kunnen doen en lol kunnen maken.

    Vandaag had ik mijn eerste BHV-les en meteen gingen we voor het levensreddend handelen, in plaats van het brand-gedeelte wat ons op het werk was medegedeeld. En hoe kan het ook anders, ook hier worden termen als 'leger', 'defensie', 'soldaten', 'militairen' en soortgelijke kreten er in gegooid (en voor de verandering eens niet door ondergetekende). Ik lach hardop als ik mijzelf tijdens een praktijkoefening mijn collega hoor vragen om 112 te bellen en meteen de (ach, laat ik er zelf ook eens een defensieterm in gooien) IED mee te nemen. Oeps, ehm... AED. Een bermbommetje geeft zoveel rotzooi meteen, dus laten we dat maar niet doen. Meteen kan ik hem al horen lachen en ook al ga ik serieus verder met mijn 'reanimatie', in gedachten grinnik ik om dit binnenpretje wat ik 'straks' met hem kan delen. En een innerlijke notitie voor mijzelf: gewoon op z'n Nederlands uitspreken, dat ding, want anders flap je er zo iets anders uit.

  • dinsdag 23 oktober 2012

  • Vrije val

    Ik verbaas me over mijn enorme pieken en dalen. Het ene moment zit ik in een enorme hoge golf van geluk, maar een paar minuten later kan die golf gebroken zijn en lopen de tranen over mijn wangen. Ik voel me gespannen en ontspannen lijkt een magisch toverwoord waar ik de spreuk niet voor ken.

    Als ik gisteravond even de sauna in ga merk ik aan alles hoe gespannen ik ben. Ik kan niet ontspannen en ben constant bezig met van alles. Wanneer ik in de opgieting zit wordt het me opeens allemaal teveel. Ik krijg het gevoel dat ik geen lucht meer krijg. Ik wil wel volhouden, maar ik weet dat ik nu vooral naar mijn lichaam moet luisteren en vlucht bijna de sauna uit. Het ontbreekt me aan woorden om te beschrijven hoe ik me voel en wat er in mij omgaat. Het voelt alsof de hele woordenstroom op het puntje van mijn tong ligt, maar die laatste dienst weigert en helemaal verlamd is.

    Ik heb het gevoel dat ik soms stuurloos in het rond zwabber, hopend dat ik nergens tegenaan bots. Ik mis mijn houvast, mijn steuntje in de rug. Ik heb het gevoel tussen alles in te zitten en als alles op me af komt heb ik het gevoel alsof ik mezelf verlies, maar ergens ook alsof ik hem verlies. Natuurlijk weet ik dat hij van me houdt, en daar twijfel ik geen moment aan, net zo min als dat ik geen seconde twijfel (en hij hopelijk ook niet) dat ik enorm veel van hem hou. Maar alle spanning er omheen frustreert me. Hoe moet je schipperen tussen delen en luisteren naar hoe hij het daar heeft. Ik heb constant een opgejaagd gevoel, want ik wil niks vergeten de keren dat we elkaar spreken, en we hebben maar beperkt de tijd en soms ook zelfs beperkte middelen door de slechte verbindingen. En ook wil ik horen hoe hij het heeft, waardoor we niet veel verder komen dan dat. "Hoe gaat het en wat heb je gedaan?" Hoe kan ik hem zeggen wat ik echt wil zeggen als ik weet dat hij er niks mee kan... Hoe durf je het aan om echt de woorden te zeggen die op je lippen branden als het zo frustrerend is als de één hier is en de ander daar en je er niks aan kan doen... Was ik er net wat aan gewend om dingen samen te doen en uitdagingen samen aan te gaan, nu sta ik er weer alleen voor en moet ik het met mezelf doen.

    We leven echt in twee verschillende werelden en dat maakt me ook weleens jaloers. Het lijkt alsof hij er fluitend doorheen fietst en ik zou wel willen ruilen als ik zijn verhalen hoor en lees over knutselprojectjes en ondernemingen met beestjes die in een jongensboek niet zouden misstaan. Dan voel ik me de enige kneus in deze relatie die het soms echt even niet meer leuk vindt allemaal. De enige in deze relatie die de zandbak soms wel kan vervloeken en wou dat ie even kon overvliegen voor een knuffel, een kus, of even een nachtje samen slapen. En soms denk ik weleens: wist je maar hoe het voor mij is. Maar dat zeg je niet allemaal, al moet ik weleens gewoon wat kwijt en schrijf ik hem een e-mail, ook al weet ik dat hij er niks mee kan. Maar ook ik heb het af en toe nodig om van mijn vriendje te horen dat het allemaal wel goed komt. Dat hij heel veel van me houdt.
    Ik mis het delen van wezenlijke dingen. Het delen van essentiële elementen, zoals gedachten, beleving en gevoel. En stiekem zou ik hem ook zo graag eens willen horen zeggen dat hij die stoffige bende daar wel kan vervloeken en er naar verlangt om thuis te zijn. Wat zou het fijn zijn om te weten dat hij me mist en op welke momenten dat dan is. Maar ik wil me beschermen tegen teleurstellingen, tegen verdriet, dus misschien is het wel zo veilig om het gewoon over onze dag te hebben en over praktische dingen die geregeld moeten worden. En nog meer wil ik hem er niet mee lastig vallen, dus zo lopen we weer een volgend gesprek af en is er weer een dag voorbij.

    Buitenstaanders proberen voor te stellen hoe het is en vaak hoor ik het medelijden in hun stem, want zij zouden niet maanden zonder hun relatie kunnen. Dat maakt me allergisch en extra opstandig, want hoe zij denken dat het is komt niet eens dicht bij hoe ik het ervaar. Bij hen speelt het gevaar wat dit land met zich meebrengt een grote rol, maar dat is iets waar ik mij absoluut geen zorgen over maak en ik heb het geluk dat dat met zijn functie ook niet echt hoeft. Ook komen de momenten die door hen getypeerd worden als moeilijk niet overeen met mijn beleving. Nee, het afscheid was niet het moeilijkste, maar de twee weken ervoor of de grote twijfelmomenten en momenten dat je 'm zomaar uit het niets opeens zo intens kan missen des te meer. Voor mij is het niet extra lastig om naar een thuisfrontdag te gaan, want een dag dat ik hem op het scherm kan zien en omringd word door 'lotgenoten' maakt niet dat de periode die nog voor ons ligt korter of langer lijkt dan het een dag ervoor deed. En nog meer dan dat ik verdrietig ben, ben ik trots op mijn lief en bevestigt dit alles hoe gek ik op hem ben, hoeveel ik van hem hou en hoe zeker ik er van ben dat ik met hem verder wil.

    Voor mij is het een grotere stap dan verwacht om het ene moment in een relatie te zitten waarin je zo close bent, echt alles deelt, over elk dingetje open en eerlijk bent en gevoelens gewoon worden besproken, naar diezelfde relatie waar dat dan opeens weg lijkt te vallen. Ik mis het stukje wat ons zo verbindt. En daar tegenover staat hoe trots ik op hem ben, hoe fijn ik het voor hem vind dat hij zich daar goed vermaakt en een mooie nieuwe ervaring rijker is, en juist dat maakt het zo dubbel. Waar stopt het genieten van zijn geluk en het soms even egoïstisch durven zeggen: en ik dan...? Waar vind ik de ruimte om eens oprecht te antwoorden op zijn vraag: "En hoe is het met jou, schat?"

  • zondag 21 oktober 2012

  • Weer even samen

    De wekker gaat vroeg vandaag, maar het kost me vanmorgen wat minder moeite om wakker te worden dan de afgelopen dagen. Ik kijk al zo lang naar deze dag uit. Vandaag is een dagje voor mijzelf. Na eerst een uurtje rijden sta ik met mijn (of nou ja, zijn) auto voor een slagboom en staat er een in camouflage geklede meneer met baret naar mijn paspoort en zijn lijst te loeren. Ik word goedgekeurd en mag nu mijn weg zien te vinden op militair terrein. Zijn kamer weet ik zo te vinden, en ik weet dat het gebouw waar ik moet zijn er achter is, maar hoe ik er ook alweer kwam... De jongen in dienst vertelt me hoe te rijden en daarna heb ik het snel gevonden.

    Als ik uitstap loop ik met mijn pakketjes, brief en kaartjes richting mijn bestemming. Meerdere mensen parkeren om mij heen en ik zie overal post uit auto's verschijnen. Wat een heerlijk gevoel om daar ook tussen te kunnen lopen. Na een welkom door een mevrouw van de commissie (denk ik) word ik gewezen waar alles vandaag zal plaatsvinden en ga daarna richting de kamer waar de 1-op-1-verbinding zal zijn. Ook daar moet ik me aanmelden (of nou ja, eigenlijk moet ik mijn vriend aanmelden, want overal moet ik zijn naam gebruiken) en dan kan ik mijn post afleveren. Op de gok heb ik gewoon mijn grootste pakket ingeleverd. Die 1,5e centimeter extra van het totaal komt er hopelijk gewoon doorheen, net als mijn cup-a-soup wat natuurlijk ook poeder is (daar had ik zelfs niet eens bij stilgestaan). De doosjes om mee te nemen haal ik straks wel op, eerst loop ik naar de tafel in de gang om mijn boodschap aan mijn vriendje op het grote witte doek te schrijven wat daar op ligt. Als ik alle namen noem van de mensen waar hij dikke zoenen van krijgt probeer ik wel drie keer na te gaan of ik niemand vergeten ben. Tja, dan maar nog even de extra groetjes voor iedereen die ik vergeten ben er bij.

    Na wat ronddrentelen, thee drinken, mijn kennismaking met de aalmoezenier en wat introducerende praatjes spot ik de moeder en oma van zijn kamergenoot en gaan we samen richting de zogenaamde bezinningsdienst. De aalmoezenier in kwestie is echt mijn type persoon, en precies zoals ik al kende uit de verhalen van mijn vriend. Ik snap wel waarom hij zo idolaat is van die man. Met humor, openheid en mooie woorden heeft hij in een mum volgens mij alle 'hearts and minds' van de mensen in de zaal veroverd. Prachtig om te zien. De slotgedachte bevat een mooie quote: "Genieten van het kleine, dat je elke dag geschonken wordt, wapent je tegen verdriet en tegenslagen." Mooi hoe treffend deze is. Ten slotte geeft hij iedereen een hand en wenst ze vrede toe en het is bijzonder hoe hij mij bij mijn naam aanspreekt op dat moment. Dat voelt zo persoonlijk!

    Aan het eind van de lunchtijd die volgt is het mijn beurt om mijn lief te gaan begroeten. Ongeveer vijf minuten van tevoren ben ik aanwezig, zoals afgesproken. De zenuwen gaan door mijn lijf en ik heb de kriebels in mijn buik. Ik weet niet waarom, want we spreken elkaar elke week en proberen elkaar ook elke week even te zien, maar het is misschien ook een beetje de setting dat je moet wachten en maar beperkte tijd hebt denk ik. Ik grap met de man die de tijd in de gaten houdt dat wij best een kwartiertje langer door kunnen kletsen, aangezien wij de laatste van de ochtend zijn. Nadat hij eerst reageert dat dat helaas niet zou kunnen in verband met de live groepsverbinding zegt hij iets later dat ik eigenlijk wel gelijk heb en dat hij me gewoon zal laten kletsen en wacht tot de mannen komen om de verbinding te regelen. Als ik de voorgaande groep met relatie aflos moet ik even wachten tot mijn vriendje binnenkomt en mij kan zien. Op het moment dat hij in beeld komt zijn alle zenuwen weg en is het alleen nog maar genieten van de kriebels, precies zoals op onze eerste date.
    De verbinding is goed en we kunnen fijn even kletsen met elkaar. Zo fijn om hem te horen zeggen dat ik er goed uit zie, dat hij enthousiast reageert als hij ziet dat ik zijn sieraden om heb en dat hij net de post had gekregen en blij is met mijn pakketjes. Met behulp van de vooraf besproken tactiek met de man buiten mijn deur smokkelen we er nog een minuutje of drie bij en als er dan een man in groen die over de verbindingen gaat de kamer binnenstapt is het toch echt tijd om gedag te zeggen en blaas ik nog snel een handkus naar 'm.

    Buiten bedank ik de man nog hartelijk en ga stralend op zoek naar de oma en moeder van zijn kamergenoot. We trekken vandaag wat met elkaar op, en dat is best fijn als je er alleen bent. Als ik ze gevonden heb schuifelen we met de hele groep richting de zaal waar de groepsverbinding zal zijn en we kiezen er voor om maar achterin te zitten. Wij hoeven niet zo nodig voor een grote groep te staan om de standaard vragen te stellen (of zoals één van de mannen daar zegt: "De grote 'Hoe gaat het?'-show."). De verbinding is niet bijster goed (en we vragen ons af hoe we zo ooit onze mannen gaan herkennen), maar het is genieten van de humor van kinderen (en hun oom's en papa's). Ik kan mijn geluk niet op als blijkt dat mijn vriendje zich heel strategisch heeft opgesteld en bijna de gehele tijd in beeld is. Ik ben ten slotte ook nog even in beeld als iemand voor mij de microfoon in handen heeft om haar praatje te doen met haar man. Ik weet niet of hij me ziet, maar ik hoop dat hij mij toch ook kan spotten.

    Als dit afgelopen is, is de volgende halte toch de fotograaf (in de gang heeft de '1-op-1-man' mij toch overgehaald om het te doen. "Dat is leuk voor je vriend!"). Ik hoef gelukkig niet lang te wachten en laat hem wat foto's maken (wel enkel portret. Voor de rest ben ik nog niet genoeg afgevallen hoor, en ik ben ook niet zo fotogeniek). Op de camera ziet het er nog best leuk uit, maar het uiteindelijke resultaat moeten we maar afwachten. Ik sluip daarna zachtjes de volgende briefing binnen, al hoor ik daar niet veel nieuws. Ik ben benieuwd naar de ervaring van de 1-op-1 van de oma en moeder van zijn kamergenoot dus besluit nog even te wachten totdat zij hem hebben gesproken. In de tussentijd regel ik nog wat doosjes om mijn spulletjes in op te sturen, maak onder een prachtige boom, getooid in de gouden kleuren van de herfst, een verjaardagsfilmpje van een familie voor hun relatie en deel de zenuwen van zijn oma. De dag is omgevlogen en voor ik het weet lopen we alweer richting de auto.

    Ik rij weer naar de poort en wanneer een nieuwe weekendwacht deze voor me opent brengt hij zijn hand naar zijn baret en salueert me. Cool. En dan zijn we weer even samen. Of althans, zo voelt het. Als ik richting huis rij is het alsof the sky the limit is. Of nou ja... Rijden... Ik zweef naar huis. De muziek staat hard, ik voel de beat in mijn borst en ik zing luidkeels mee. Wanneer ik een auto inhaal glimlach ik naar de bestuurder, zoals bij elke volgende auto. Wanneer ik op mijn teller kijk zie ik dat ik de 150 vaak wel haal, maar zo voelt het helemaal niet. Het kan me niet snel genoeg (ik had best die F16 naar huis kunnen pakken), want ik wil nog even in mijn achtbaan blijven. Onderweg word ik gebeld en als ik terugbel klets ik even met mijn zus om daarna op te hangen met: "We zien jullie zo.". Als ik de verbinding verbroken heb besef ik me wat ik gezegd heb. We... Alsof we samen in de auto zitten. Alsof we samen weer naar huis gaan. Maar ergens is dat ook wel zo. Ik neem mijn vriendje gewoon met me mee. Al kan ik niet wachten totdat ik zijn hand weer echt op mijn been kan voelen en zijn grote glimlach naast me te zien.

  • zaterdag 20 oktober 2012

  • Op...

    Missen is iets geks, iets ongrijpbaars. Missen is als een kameleon, zich voortdurend aanpassend aan de omgeving, om vervolgens op een onbewaakt moment zijn prooi te grijpen. Missen is als een achtergrondmuziekje, altijd aanwezig, maar het ene moment hoor je het duidelijker dan het andere moment.

    Ik mis mijn vriendje, soms zo erg dat het bijna lijkt op liefdesverdriet. Soms mis ik hem zo zeer dat ik alleen maar kan huilen, diep onder de dekens wil kruipen, wil gaan slapen en pas wakker wil worden als hij weer thuis is. Maar meestal mis ik hem met heel veel plezier. Dat klinkt wat tegenstrijdig misschien, maar ik probeer de vele gedachten aan hem zo positief mogelijk te laten zijn zodat het gemis toch beter te doen is. Zo mis ik het hoe hij kan genieten van het lawaai van zijn auto, dus doe ik zelf het raampje iets open als ik ergens wegrij, trek net even wat langer door en geniet van het gemis van zijn prethoofd bij dit geluid.

    Eén van de meiden waar ik sinds kort contact mee heb schreef eens over de uitzending van haar vriend: "Hoewel hij 24/7 in mijn gedachten is, beginnen details na verloop van tijd te vervagen.". Niet eerder was ik me hier echt bewust van, maar toen ik dit las dacht ik: verrek, ze heeft gelijk! Het zijn kleine dingen die in zo'n korte tijd zo eigen zijn geworden, maar nu opeens soms lastig voor de geest te halen zijn. Toen ik een paar weken terug met mijn zusje langs zijn moeder was geweest zei ze mij daarna dat hij dezelfde lach als zijn moeder heeft. Dit was mij eigenlijk nooit echt opgevallen, maar ik merkte dat het me moeite kostte om naar boven te halen hoe zijn lach dan precies is. In theorie weet ik het wel, hoe zijn mimiek is en het geluid van zijn lach. Maar al die specifieke eigenschappen zijn opeens zo moeilijk in te beelden, terwijl ze zo bij hem horen. Het is gek om zo te 'vervreemden' van datgene en diegene waar je zoveel van houdt. Beelden van herinneringen worden vager en beperken zich soms enkel tot contouren of flarden. Zelfs de mogelijkheid om elkaar te zien via de webcam kan dat niet helpen, ook al is die technologie echt wel van ondersteunende waarde om door de uitzending heen te komen.

    Want ja, het valt me soms flink tegen. Soms weet ik niet wanneer ik wat in moet plannen. Het is constant schipperen tussen zoveel keuzes. School, werk, hij, thuis. En ik dan?
    Van die eerdergenoemde meiden zit er nu één in hetzelfde schuitje. Ik moet zeggen dat me dat veel steun biedt. Zo kun je je onzekerheden en dipjes delen, of de hoogtepunten als we weer kunnen genieten van de kleine momenten die je helemaal doen opbloeien. Onze mannen weten zelfs van elkaar wie ze zijn, ook al zitten ze bij andere defensieonderdelen en zijn niet op dezelfde plek gestationeerd. Wel bijzonder.
    Toen zij gisteren vertelde welke plannen zij voor het weekend had, met veel leuke dingen buiten de deur, besefte ik me dat ik dat al in tijden niet heb gedaan. Sinds het vertrek van het vriendje ben ik alleen maar bezig met school en werk en probeer ondertussen genoeg post naar hem te sturen, zijn konijnen te verzorgen, wat contact te houden met zijn familie en anderen op de hoogte te stellen van hoe het met hem gaat. Soms voelt het alsof de muren op me af komen, alsof alles op mijn schouders leunt en ik gewoon even niet meer weet hoe ik rechtop moet staan. Gelukkig staat mijn eerste activiteit buiten dit kleine wereldje van nu gepland voor volgend weekend. Een paar dagen weg met één van mijn liefste vriendinnetjes. Ik kijk er enorm naar uit, maar ergens zie ik er ook wel tegenop. Want wanneer moet ik dan doen wat ik altijd in een week prop en er al nauwelijks in krijg? Loslaten... Pfff... Wie heeft dat bedacht? Mijn vriendje op pad sturen voor zoveel maanden vind ik al heldhaftig genoeg...

    Ik ben op... Ik moet nog een brief schrijven... Nog even snel dan maar voor het slapen gaan en voordat morgen de dag weer vroeg begint. Iemand nog wat extra dag over?

  • woensdag 17 oktober 2012

  • Knight in camo armor

    Nee, ik ben niet in het geheim een contract aangegaan met Christan Grey nu mijn vriendje weg is. Nee, die krassen op mijn hals en borst komen van de nagels van een lief konijntje dat zijn uiterste best doet om weer helemaal de oude te worden. Want sinds deze week heb ik niet enkel de zorg over de drie konijnen van het vriendje, maar is één van hen opeens mijn zorgenkindje geworden. Daar stond ik dan bij het hok, een dreinend nichtje naast de ren (tja, we geven de konijntjes altijd samen eten en nu liep het net even wat anders), met een zielig hoopje konijn in mijn armen en de tranen over mijn wangen. Dit klopte niet. Dit was niet de nijn die ik kende. Zelf heb ik zeer weinig verstand van konijnen, en eerlijk gezegd vind ik konijnen nou ook niet geweldige huisdieren, maar goed, als je lief drie van die beestjes heeft en er zo gek op is dan mogen ze natuurlijk hier staan zolang ze niet bij hem kunnen zijn en zal ik ze ook met alle liefde verzorgen. Alleen dit verrekte konijn hield zich niet aan de afspraak; geen gekke dingen als de baas weg is. Dit verrekte, en op dat moment o zo doodzieke, konijntje gaf mij weer de ultieme test voor handen. Mijn zielige hoopje ellende was zichzelf niet en wilde niet eten, waardoor alle alarmbellen (of eigenlijk de enige twee die ik heb met betrekking tot dit onderwerp) afgingen en ik de dierenarts heb gebeld. We konden een paar uur later terecht, want een konijn dat niet eet is een spoedgeval, werd mij nogmaals aan de telefoon duidelijk gemaakt. Omdat ik moest werken (met een enorme knoop in mijn maag) en niet een uurtje later kon komen is mijn moeder met 'm op audiëntie geweest. Niet veel later stond ik onverhoopt te huilen op het werk toen ik hoorde dat hij in shock was en we er rekening mee moesten houden dat het ook die avond of de volgende dag over kon zijn. Zaak was nu om 'm warm te houden, om de vier uur medicijnen toe te dienen en vooral ook dwangvoeren om zijn darmen op gang te houden. Ook mijn thuisfront klonk niet positief gestemd en de hele dienst heb ik in angst gezeten dat hij dood zou zijn wanneer ik thuis zou komen. Bij thuiskomst bleek ie langzaamaan toch iets beter te worden en aan het eind van de avond hupte hij al wat rond in de keuken en liet zich al iets horen als we hem moesten verzorgen. Ik had het gevoel dat het vriendje zou bellen die avond, maar wilde het niet laten afhangen van 'de mogelijkheid dat...', dus op het werk heb ik hem snel even een e-mail gestuurd of hij, als het kon, wilde bellen 's avonds. Ik had snel een e-mail terug dat hij zou bellen en dan blijft het door je hoofd gaan: Hoe vertel ik hem dat zijn nijn zo enorm ziek is? Ik had van tevoren al bedacht dat ik het gewoon maar moest zeggen, en wilde niet beginnen met "Niet schrikken, maar..." of iets in die trant, want dat zorgt er alleen maar meer voor dat je schrikt weet ik uit ervaring. Gelukkig kon ik nu ook vertellen dat het iets beter leek te gaan, wat het al een stuk gemakkelijker maakt om zulk nieuws te brengen. Hij is zo gek op die beestjes en ik voel me zo verantwoordelijk voor hun welzijn, zeker nu hij weg is, ook al kun je er soms niks aan doen zoals ook nu het geval was. En wat is het als een warme deken om aan hem te kunnen horen dat hij vertrouwen in me heeft, ook nu één van zijn konijntjes zo ziek is. En ik zelf... Nooit had ik gedacht dat ik zo in tranen zou zijn om zijn konijnen, en dat is niet alleen omdat ik me verantwoordelijk voel voor de zorg voor hen nu het vriendje weg is. Gelukkig lijkt het elke dag iets beter te gaan. Hij wordt al aardig bijdehand en bijt me zelfs weer zachtjes, zoals we van 'm gewend zijn.

    Wanneer we elkaar vanavond zien op de webcam is het weer ultiem genieten. Ik word zo blij van zijn glimlach, de verbinding is zelfs zo goed dat we ook even hardop kunnen kletsen en elkaar goed kunnen verstaan. Het voelt als een warme slaapzak waarin we tegen elkaar aan kruipen op een koude winteravond als we samen kunnen lachen, elkaar plagen en grapjes maken en ik de glimlach op zijn gezicht in zijn ogen terugzie. Zijn liefde, zijn warmte is alles wat ik nu nodig heb.

    Verliefd staar ik terug naar het beeldscherm voor me waarop ik het vriendje de webcam in zie staren met een grote glimlach op zijn gezicht. "Fijn om je weer even te zien.", verschijnt in tekst in ons chat-venster. Ja, zo fijn! Dit zijn momenten die ik voor altijd vast wil houden, wil ingraveren in gedachten, in gevoel. Een ets waar ik wel duizenden afdrukken van kan maken, gewoon wanneer ik dat nodig heb of er behoefte aan heb. Helaas werkt het niet altijd zo en word ik soms overvallen door onzekere buien. Zo lig ik de ene avond glimlachend op bed naar het plafond te staren als ik hem, ietwat voorzichtig, hoor vertellen wat hij van mijn enveloppen-cadeautje vond deze week, en zo ben ik de avond erna in tranen omdat ik zo onzeker ben en aan alles kan twijfelen. Vindt hij me nog wel leuk? Is hij wel blij om me te spreken en te zien? Kijkt hij er wel naar uit om straks weer thuis te komen, om weer bij me te zijn? Of blijft hij misschien net zo lief daar? Mist hij me wel? En wanneer dan wel? Wat doet hem aan mij denken? Of is dat er niet echt? En zou hij ook net zo graag naast mij willen liggen, als ik naast hem? De goed geoliede rationele rateltjes in mijn bovenkamer vertellen me dat ik niet zulke gekke dingen moet denken, want natuurlijk is dat allemaal wel zo en hoef ik me daar in de verste verte geen zorgen over te maken! Maar de stroeve, soms wat haperende tandwieltjes hebben soms wat extra olie nodig... Nog even wat extra bevestiging, en graag nu hij weg is ook gewoon in schrift, zodat ik zelf ook even bij kan tanken als ik dat even nodig heb. Als echte hulpeloze vrouw langs de kant van de weg schakel in dan maar mijn eigen pechhulp in en stuur mijn lief een e-mail. "Zou je me nog eens willen mailen wat je van mijn cadeautje deze week vond?", schrijf ik hem. Ik heb er even behoefte aan dat hij zegt dat hij er blij mee is, dat ie me in gedachten vastpakt, een dikke knuffel geeft en zegt: "Lief, ik ben zo blij met je, ik wil niemand anders. Jij maakt me gelukkig.". Als hij een paar uur later meteen terug mailt moet ik hardop lachen wanneer ik lees hoe hij zo lief, maar ook zo heerlijk typisch een antwoord stuurt en de (voor mij op dat moment) belangrijkste zin als P.S. meestuurt. Mijn 'knight in camo armor'. Dit is mijn vriendje waar ik zo onnoemlijk trots op ben, dit is onze liefde voor elkaar.

    Als ik naar zijn uitdagende blik kijk hoeft hij me niks meer te vertellen, want ik voel dat het goed is. Maar o wat zou ik toch graag eens willen kijken in zijn gedachten, eens een kijkje nemen en zien wat hij voelt en wat hij denkt, in plaats van enkel datgene wat hij besluit te delen.

  • vrijdag 12 oktober 2012

  • Als in een droom

    Soms, als ik de volgende ochtend wakker word of een paar uur later er aan terugdenk, lijkt het wel alsof het allemaal een droom was, alsof ik in een roes leef. Dat had ik ook de eerste tijd dat het vriendje en ik elkaar leerden kennen, de tijd dat we elkaar nog niet eens hadden gezien maar wel al zo hard voor elkaar gevallen waren, maar dat enkel nog moesten ervaren in persoon. Na vele van die lange nachten waren enkel de vermoeidheid, de grote glimlach op mijn gezicht wanneer ik aan hem of de avond ervoor dacht en onze telefoonrekeningen de enige dingen die verraadden dat het echt was. Dat we echt zo’n goed gesprek hadden gehad, bijna de hele nacht door. Dat we echt alles kunnen delen met elkaar en onszelf ook opnieuw ontdekken juist door elkaar.

    Als ik deze morgen wakker word voel ik diezelfde roes. Alsof gisteren helemaal niet gebeurd is. Alsof we niet even naar elkaar hebben kunnen kijken, kunnen genieten van ons uitzicht via de webcam en heerlijk hebben gelachen samen. Alsof we niet allebei ernaar verlangden dat we gewoon weer even tegen elkaar aan konden kruipen en elkaar konden aanraken in plaats van schaapachtig richting je computer te lachen. Het voelt net alsof ik dat allemaal gedroomd heb, want de realiteit van vandaag is weer volop aanwezig en vertelt me dat dat niet realistisch is. Soms lees ik zijn brief, zijn mailtjes en onze Facebook Messenger berichten terug, alsof ik dan even die roes in de realiteit van nu kan halen. Dan kan ik even wegdromen bij zijn lieve woorden, onze grapjes, zijn sexy lijf en mooie lach, en als ik dan mijn ogen dichtdoe… Dan is het net, voor een paar seconden, alsof hij hier is en ik zijn warme adem in mijn nek kan voelen terwijl hij mij nog eens wat dichter tegen zich aantrekt.

  • donderdag 11 oktober 2012

  • 54+ minuten van geluk

    Als 's avonds mijn telefoon gaat moet ik heel rap mijn laptop op de bank zetten, want mijn benen trekken al een sprintje richting de keuken. Hij ligt aan de lader, maar zo gepositioneerd dat ik 'm altijd kan horen. Het kan gewoon niet anders dan dat hij het is. Er is niemand die mij zo laat belt (ik denk dat het een uur of negen is, dus het valt wel mee hoe laat het is) en ik wist gewoon dat hij vandaag zou bellen. Ik zie het buitenlandse nummer op het display van mijn telefoon (toch even controleren, voordat ik heel enthousiast mijn lief begroet en het iemand anders blijkt te zijn. Ja, dit is mij al eens overkomen...) en ik moet even zoeken hoe ik met deze telefoon moet opnemen. O ja, geen sliden, maar een knopje. "Hoi schat!" Altijd even spannend na de eerste begroeting. Hoor ik wat terug? Hebben we echt verbinding? Ja! Ook vandaag hoor ik hem weer terug praten en ook al klinkt hij moe, toch klinkt hij alsof hij ook een grijns op zijn gezicht heeft.

    Het is heerlijk hoe we moeiteloos de draad weer oppakken, elke keer weer. Zoals verwacht went het. Hoe vervelend het de eerste dagen was om hem niet elk moment van de dag een berichtje te kunnen sturen of wat terug te kunnen krijgen, zo ben ik er nu al zo aan gewend dat ik moet wachten tot ik iets van hem hoor. Het enige wat ik kan doen is hem af en toe een berichtje sturen op Facebook, of een e-mail als ik hem iets wil vertellen. En mijn blog schrijven... Hij leest mijn blog trouw en wat geeft me dat een goed gevoel. Hij laat me stralen als hij me quasi vermanend "Knuppel!" noemt omdat hij in mijn blogpost heeft gelezen dat ik zo slecht slaap. Dat moet ik ook gewoon niet doen, vindt ie. Zo kan hij heerlijk ontnuchterend zijn en me weer met beide benen op de grond zetten.
    Als ik hem vraag wat er deze week in zijn envelop uit zijn boekje zat kan hij het zich even niet meer herinneren. Hij dacht dat hij het me toch echt verteld had. Dan was het toch weer in zijn dagboek. We lachen allebei. Heerlijk om dit soort kleine momenten samen te delen en ik gloei als een glimworm als hij mij zegt dat hij zich wel nog het gevoel kan herinneren wat hij had toen hij zag wat er in de envelop zat. Als ik vraag wat voor gevoel dat was zegt hij dat hij er warm van werd, vanbinnen, en als hij dat vertelt verzamelen de vlinders zich weer in mijn maag.

    Die vlinders zijn het enige beetje lente op dit moment. De herfst is nu echt begonnen en het wordt steeds kouder. Enkel mijn zomerdekbed is niet meer voldoende en als ik in bed lig begint mijn vaste ritueel. Nog even schijn ik met zijn zaklamp omhoog en als ik na een paar seconden het licht uit doe geven de sterretjes op mijn plafond genoeg licht om even van te genieten. Ik draai me op mijn linkerzij, kruip diep onder de dekens en trek zijn kussen dicht tegen me aan. Als ik met een schuin oog naar mijn plafond kijk, klaar voor mooie dromen, mis ik mijn kacheltje, want brrrrr... Wat is het koud. "Maar dan krijg ik het weer koud!", werpt hij tegen aan de telefoon. "Ach, dan moeten we ons samen maar opwarmen.", is mijn antwoord en zo komen we grinnikend weer tot een goede compromis. Zoals altijd.

    Ik had nooit gedacht dat mijn bed zo leeg kon voelen, want ik slaap zo slecht met anderen in bed. Behalve met hem. Zo ontspannen en fijn dat het is om samen te slapen heb ik nog nooit eerder ervaren. En het kan me zelfs niet schelen als ik weer eens (af en toe hoor!) "tropisch hardhout heb gezaagd" in mijn slaap, en als ik hem eens hoor snurken kan ik alleen maar glimlachend in slaap vallen. Heerlijk zo burgerlijk, heerlijk zo compleet ontspannen en genieten. In gedachten trek ik zijn armen nog iets steviger om me heen en kruip ik nog iets meer tegen hem aan.

    Met zijn stem nog in mijn hoofd, met ons telefoongesprek nog zo vers in mijn hele wezen, voel ik me gelukkig. Hoe pittig het soms ook is, ik zou niets liever willen dan dit, dan hem, dan ons. Nog ver nadat we hebben opgehangen grijns ik hem tegemoet in het donker. Nee, niet enkel 54 minuten van geluk als we elkaars stem kunnen horen, naar elkaars ademhaling luisteren en in woord elkaar delen in ons leven en onze gedachten, maar het is zoveel meer dan dat en zoveel langer dan dat.

  • dinsdag 9 oktober 2012

  • Klaas Vaak op een jojo

    In gedachten zie ik die oude man al zitten, op mijn jojo van emoties met zijn slaapmuts op. Toch lastig om dan dat slaapzand in mijn ogen te mikken, en het is te merken dat het niet lukt. Eergisteren was het pas half drie voordat ik in slaap viel en mijn emoties gaan van het ene uiterste in het andere op mijn wipwap van gedachten. Soms lijkt het wel alsof hij een heel ander leven weg is. Alsof we twee levens naast elkaar leven en enkel af en toe eens de laatste roddels bespreken. Ik trek een schermpje op als ik kan, mijn beschermingsmechanisme gaat in werking en dan vaar ik mijn eigen koers, maar soms voelt het alsof ik als zo'n banaan achter een speedboot gesleurd word. Hevig stuiterend op de golven die mijn kant op komen. Het ene moment word ik omhoog gezwiept met al mijn onzekerheid en vraagtekens, om vervolgens weer neer te komen door zijn heerlijke reactie op al die twijfels. Alsof hij door het beslagen raam dan een klein rondje heeft weggeveegd met zijn mouw, zodat ik even naar binnen kan kijken.

    Als ik voor het slapen gaan nog even kijk naar een afbeelding die ik maakte tijdens onze laatste webcam-date stromen opeens de tranen weer over mijn wangen. O, wat ik er voor zou geven om hem nu even aan te kunnen raken en even zijn armen om mij heen te voelen. Met open ogen staar ik in het donker naar mijn plafond, mijn tranen laten hun spoor achter tot inmiddels in mijn nek. Het kriebelt en dat irriteert me. Ik heb het gevoel alsof ik geen lucht meer krijg en ik voel me als een vis op het droge, naar lucht happend en zo uit mijn element. De nacht benauwt me en lijkt eindeloos.

    Ik wil sterk zijn. Ik wil stoer zijn. Maar soms... Soms voel ik me zo klein, zo weerloos en breekbaar, alsof ik elk moment vermorzeld kan worden, al is het enkel door woorden.

  • zondag 7 oktober 2012

  • Ik mis je

    Niet een verdrietige ik mis je, of een 'ik weet het even niet meer'-ik mis je, 'ik mis je meer dan ik in woorden kan zeggen'-ik mis je, of zelfs een 'ik wil ook met mijn vriendje knuffelen'-ik mis je.

    Nee, gewoon een:
    'Ik hou van je en ben trots op je'-ik mis je.

  • zaterdag 6 oktober 2012

  • Post 2.0

    Post krijgen van defensie is normaal gesproken niet zo bijzonder. In aanloop naar de uitzending was mij al opgevallen hoeveel blaadjes er nog verstuurd worden naar defensiepersoneel en hun relaties. Als er iets is waar ze op kunnen bezuinigen, dan weet ik dus nog wel iets. Dat je 'm maakt prima, maar dat kan tegenwoordig toch ook allemaal digitaal? En vlak voor zijn uitzending, en nu heel regelmatig, viel het eerste blaadje voor mij door de bus. Als eerste relatie van mijn vriend behoor ik nu ook tot de 'gelukkigen' waarmee informatie door middel van de Defensiekrant wordt gedeeld. Eerlijk? Dat gaat direct, na een snelle scan want ik blijf nieuwsgierig, richting prullenbak. Het Uit&Thuisfront-blaadje vond ik dan wel weer leuk om te lezen omdat daarin veel verteld wordt over de werkzaamheden van mijn vriend en zijn collega's en hoe ze het daar hebben met z'n allen, maar dat gaat tegenwoordig enkel nog digitaal. Keuzes, dames en heren van de blaadjes-afdeling?

    Maar van de week kreeg ik naast het krantje ook andere post van defensie, en dan wel van mijn eigen defensiepersoneel: mijn vriendje. Ik wist al wel dat het onderweg was, maar het gevoel als je het dan in je handen hebt is toch heel gaaf. Eerst een kaartje gericht aan mijn familie met typische defensie-humor op de voorkant. Na een bezoekje vandaag aan zijn moeder zag ik dat hij heerlijk twee keer dezelfde tekst op het kaartje heeft geschreven, op één (belangrijk!) detail na. 'Mis jullie' stond er op de onze. Ik werd er helemaal warm van. En op de verjaardag van mijn moeder kwamen dan de pakketjes aan. Leuk om pakketjes te krijgen, en dan gaan je gedachten toch wel even naar daar. Hoe zou het dan wel niet voor hem zijn om post te krijgen...

    Dus ik loop nu al een paar dagen heerlijk met 'mijn' sjaal om. In dit koude en natte herfstweer een welkome accessoire en naast dat de sjaal gewoon erg mooi is, is het fijn om een beetje extra van hem bij me te dragen.

    Over een paar dagen hebben we een klein 'jubileum', al is dat een te groot woord. We hebben dan een half jaar een relatie en normaal geef ik niet zo om halve data (en vind het ook niet nodig om dit te 'vieren' of iets dergelijks), maar toch is het wel gek. Hij helemaal daar en ik hier. Mijn vader zei eens (in aanloop naar de uitzending) dat tijdens zijn uitzending de tijd als het ware gewoon stil staat en dat je het daarna allemaal weer oppakt als hij terug is, maar dat voelt helemaal niet zo. De uitzending biedt ook mij veel inzicht en ik hoop hem ook. Zo weet ik nu beter wat ik echt van hem wil horen, en weet hij nu beter wat hij met mij 'moet' delen. We blijven ons ontwikkelen in onze relatie, nemen soms wat hordes en stiekem vind ik het best knap hoe we dat toch wel flikken met de vrij beperkte middelen die we op dit moment hebben. En ook al voelt het gek om zijn post door te nemen en voelt het heel erg raar en ongemakkelijk om even op zijn rekening te kijken om dingen uit te zoeken, toch ben ik blij dat ik het kan doen en dat ik ook kan bijdragen in de praktische zaken. En op kleine momentjes tussendoor besef ik me hoe bijzonder het is dat ik dit zomaar kan doen. Hoeveel vertrouwen hij wel niet in mij heeft dat hij de keuze heeft gemaakt om van zijn rekening een en/of-rekening met mij te maken en mij zijn zaken, zeker ook qua post, wil laten waarnemen. En als ik dat zo allemaal doorneem en me dit besef voel ik me opeens gruwelijk volwassen, en stiekem ook wel zo burgerlijk en wat is dat toch fijn!

    Als we ophangen zegt hij dank je wel, maar dat hoeft helemaal niet. Ik doe het met alle liefde en ergens is het stiekem ook wel fijn, want als ik mijn ogen dichtdoe geeft het me het gevoel alsof ik (net zoals in de film Love Actually) even om het hoekje kan gaan staan om als een waanzinnige een paar seconden helemaal uit mijn plaat te gaan van opwinding en dan weer heel 'cool' verder te gaan. Hoe gaaf is het dat ik dit voor hem kan doen.

    In spanning wacht ik mijn pakketje van volgende week af, want ik heb begrepen dat er alweer wat onderweg is. Ik kan niet wachten...
    [Bron Afbeelding]

  • vrijdag 5 oktober 2012

  • De wet van Murphy

    We leven tegenwoordig in een maatschappij waarin techniek verweven is met ons bestaan. Overal om ons heen is techniek en we lijken er steeds meer afhankelijk van te worden. Normaal gesproken licht ik al op bij elk berichtje wat ik krijg, maar nu het vriendje op uitzending is zijn mijn computer, het internet en vooral ook mijn telefoon dikke vrienden met elkaar. Althans... Als het allemaal werkt. Want één ding is zeker met techniek: je kan er nooit 100 procent van op aan. Mijn computer staat bijna dag en nacht aan, mijn telefoon houd ik (zeker nu) altijd in de buurt en als ik weet dat hij kan bellen ga ik niet eerder slapen dan dat hij heeft gebeld of dat het negen uur is geweest. Maar je wordt ook kwetsbaar door die techniek.

    Nu schrijf ik elke week wel een handgeschreven brief en verstuur ik handgeschreven kaartjes, maar vaak stuur ik toch nog weleens een e-mail of plaats een berichtje op zijn Facebook. Kleine momentjes dat je even snel (want dat schrijven, daar doe je toch wel lang over en krijg je een lamme hand van!) een handreiking kan doen naar iemand duizenden kilometers bij je vandaan. Even een klein luchtkusje via de internetverbinding naar mijn lief in die stoffige zandbak. Hem even laten weten dat ik aan hem denk, en hem even kort op de hoogte stellen van de laatste roddels hier in dit koude en natte Nederland. En ook al gebeurt er niet veel in mijn leven, toch vergeet ik altijd wel dingen te zeggen, maar dat hoort er bij.

    Mijn telefoon vervangt inmiddels al zoveel. Ik hou bij hoeveel ik elke dag weeg, ik schrijf blog-posts in mijn telefoon of werk mijn agenda bij. Maar ook de snelle e-mailtjes die ik stuur met de foto's die ik met mijn iPhone maak of de berichtjes op Facebook of ons kletsen op Facebook Messenger doe ik allemaal met diezelfde iPhone. En nu hij daar zit is dit ook de plek waarop hij mij altijd kan bereiken.

    Als hij vanavond belt om mijn moeder te feliciteren met haar verjaardag geniet ik er van om mijn moeder zo enthousiast tegen hem te horen praten. Daarna is mijn vader aan de beurt en ook hij laat duidelijk merken dat hij het leuk vindt om hem even te spreken. Dan mag ik. We praten over de post die we vandaag van hem gekregen hebben en komen er achter dat er post weggepakt is uit de pakketjes, want niet alles wat hij verzonden heeft is bij ons aangekomen. Er missen een aantal sjaals en een kralenarmband voor mijn nichtje. Het vriendje baalt er duidelijk van, maar goed, meer kunnen we er niet aan doen.
    Hij vraagt me of ik nog online ben vanavond, en vooral of ik nog op Facebook ben. Dan kunnen we even met de webcam aan kletsen. We hangen op en ik ga snel naar boven. Even wat meer privacy, even mijn vriendje voor mij alleen. We hebben weer een aantal pogingen nodig voordat we elkaar kunnen zien, maar ik ben blij dat ik hem uiteindelijk weer in beeld heb. Het is altijd genieten van zijn aanblik. De grote glimlach op zijn gezicht, en ach, het is gewoon een lekkerding!

    Maar na een poosje begint de verbinding raar te doen. We worden er een paar keer uitgeknikkerd en ik begin er een beetje van te balen. Dan maar afsluiten, dan kan hij zijn moeder nog even bellen. Nadat we afscheid nemen (wat een heel onbevredigend gevoel geeft omdat het eigenlijk zo gedwongen wordt door de techniek) ga ik aan mijn iPhone prutsen, want vlak voordat ik hem aan de telefoon kreeg besloot het kreng er mee op te houden. Zomaar... Uit het niets... Wat ik ook probeer, het lijkt allemaal niets uit te halen. Opeens is mijn iPhone overleden en de timing is uiterst frustrerend. Juist nu ben ik gehecht aan mijn iPhone. Juist nu is dat contact voor mij zo belangrijk, en juist nu besluit dat stomme ding er de brui aan te geven. Een vervangende iPhone (tja, daar betaal ik toch voor! En niet voor een ander toestel) kan pas over een week geleverd worden. Dan maar morgen op zoek naar een noodoplossing, maar ondertussen ben ik boos, gefrustreerd en staan de tranen in mijn ogen. Moet dit nou? Moet dit nou nu gebeuren? Tijd voor een nieuwe dag, al wilde ik dat ik de tijd terug kon draaien en op één of andere manier kon voorkomen dat dit zou gebeuren.

    Zucht... Next!!

  • dinsdag 2 oktober 2012

  • Head over heels

    Ik ben verliefd! Nog steeds of alweer, dat maakt me niet uit, maar man wat ben ik verliefd op mijn vriendje. Ik heb weer meer energie, heb gedurende de dag zoveel momenten dat ik zwijmelend aan hem denk, ik voel me opgewekt en kan de hele wereld aan. Onze webcam-date heeft mij (maar ook hem, zo mailde hij later) enorm goed gedaan. Vorige week dacht ik nog: 'Zoek het toch uit in die zandbak. Ik doe niet meer mee!'. Natuurlijk handelde ik daar niet naar, want ook toen was ik enorm blij wanneer hij belde of op een andere manier wat liet horen, maar ik was er even zo klaar mee.

    Door onze date heb ik het gevoel dat we weer even echt contact hebben gemaakt. Het is soms zo lastig om met de toch iets meer beperkte middelen goed te blijven communiceren en elkaar aan te voelen. Soms kan die ene blik meer zeggen dan duizend woorden, kun je gemakkelijker overdragen wat je denkt en hoe je je voelt dan wanneer je het in woorden uit moet leggen of in tientallen letters op papier of op pc moet uiten. Als je elkaar kan zien wordt ook de afstand iets minder groot en ervaar ik het toch alsof hij iets tastbaarder is.

    En als ik mijn gevoelens aan hem uitleg en vertel waar ik mee zit kan ik zijn reactie zoveel beter peilen dan wanneer ik enkel zijn stem kan horen of zijn reactie kan lezen. Natuurlijk twijfel ik weleens (en zeker met deze middelen waarin het zo gemakkelijk is om het gezegde anders te interpreteren), maar echter nooit over ons en hoe ik zou willen dat mijn toekomst er uit ziet, namelijk met hem er in. We zijn nog niet zo lang bij elkaar en er zijn genoeg factoren in ons leven die een uitdaging kunnen zijn, maar zolang ik vertrouwen heb in hem en in ons kan niks mij in de weg staan. En ik heb nog geen seconde getwijfeld dat dit de man is met wie ik verder wil. Dit soort momenten bevestigen dat keer op keer voor mij. Dit is mijn ideale man. Dit is de man van mijn dromen.

    Wat hem ook zo bijzonder maakt is dat hij ook echt luistert en mij echt begrijpt, daar ook moeite voor wil doen en mee wil denken. De dag na onze date stuurde ik hem een e-mail, met daarin ook de vraag hoe we kunnen voorkomen dat zich nog zo'n week voordoet. Hoe we er voor kunnen zorgen dat we blijven praten en blijven communiceren, en niet alleen over de dagelijkse dingen die we doen, maar ook over essentiële dingen, gedachten, momenten en beslissingen. Direct denkt hij dan mee en stelt voor om te proberen wekelijks een moment te hebben zoals deze eerste webcam-date. Ik word warm vanbinnen en voel weer die connectie met hem. Fijn om hier samen aan te kunnen werken, samen voor te willen gaan en vooral samen van te gaan genieten. Niet alleen omdat het belangrijk voor mij is, maar ook voor hem en onze relatie.

    Die dag belt hij me 's avonds en we praten meer dan drie kwartier met elkaar. Het gesprek gaat ditmaal niet enkel over onze dag, maar nu hebben we het ook over hoe we dingen ervaren en ons voelen. Het voelt als een warm bad na een vermoeiende dag. Ik ben weer helemaal schoon en opgepoetst als we ophangen en ik blink aan alle kanten. Wat is dit toch heerlijk! Ik ben verliefd op mijn vriendje en dat mag voor mij nog een eeuwigheid duren.

  • maandag 1 oktober 2012

  • "Niet huilen lief"

    Ik ben doodop als ik na het werk thuiskom, maar nadat we gegeten hebben stap ik onder de douche, kleed me aan, föhn mijn haren en doe wat make up op, want vanavond heb ik een date. De hele dag en avond kan ik aan niets anders denken. Vanavond zie ik mijn vriendje weer! Sinds de avond ervoor kijk ik stiekem af en toe eens naar de foto's die hij die avond stuurde. Al die dagen heb ik alleen af en toe zijn stem gehoord, zijn woorden gelezen, foto's gezien van het kamp en zijn kamer, maar behalve een silhouet-foto heb ik hem na het afscheid niet meer gezien. Het is fijn om hem te zien en wat heb ik dat gemist. Hij ziet er goed uit. En niet alleen in een 'wow, wat ben je toch ook sexy'-manier (maar ook zeker dat).

    Ook is de post weer aangekomen en heeft hij eindelijk mijn pakketjes en brieven van vorige week gehad. Na maanden van geheim overleg (zelfs op momenten dat hij naast me liep, zat of lag) is nu eindelijk mijn grootste verrassing aangekomen: een poster op A1-formaat van een tekening die ik heb laten maken met allemaal elementen erin die typerend zijn voor hem en voor ons. Hij is er blij mee en heeft het naast zijn bed gehangen. Hij vertelt me dat zijn collega's de poster ook leuk vinden. Tof! En ook hebben mijn kaartjes samen met de kaartjes die hij van anderen heeft gekregen een plekje op zijn kamer. Ik zie dat ook het kaartje wat in mijn tweede pakketje zat er bij hangt. Dat betekent dat hij dus ook mijn videoband-opbergdoosje heeft gekregen, twee puzzelstukken, wat snoepjes en een kussensloop betekend door mijn nichtje van 1,5 (opgevuld met wat teksten van mijn familieleden en mijzelf). Als hij nu niet meer goed slaapt....

    Als ik me opgemaakt heb ga ik naar beneden. Mijn telefoon leg ik aan de lader, maar wel binnen handbereik, en ik zet het geluid op z'n hardst. Ik wil hem niet missen op het moment dat hij online is. Ik verwacht dat het laat wordt, net als de afgelopen tijd, dus ik kijk telkens op mijn pols om te zien hoe laat het is. Maar ik heb geen mechanica in mijn arm of leef in de toekomst en mijn horloge ligt boven dus daar schiet ik nog niet zoveel mee op. Mijn telefoon heb ik inmiddels in mijn hand, want stel je voor... Op het moment dat ik maar weer eens op Facebook wil kijken en mijn scherm open krijg ik net een berichtje van hem binnen. Mijn hart maakt een sprongetje en ik begin onmiddellijk te grijnzen. Snel loop ik naar boven. Ik wil hem zien! Blijkbaar moet er nog iets geïnstalleerd worden en man, wat duurt dat lang voor mijn gevoel. Als we dan beiden de installatie hebben voltooid kunnen we verbinding maken. Ik stuiter zowat van mijn bed, bedenk me of dit wel de meest ideale positie is of dat ik niet anders moet gaan zitten en als er dan verbinding is dan.... Zie ik mezelf. Niet hem, maar mij. Hmmm... De verbinding wordt verbroken en hij zegt dat hij zichzelf zag. Ja schat, ik ook. Poging twee dan maar. Die lukt en dan eindelijk zie ik hem. Eén nadeel: hij is bevroren. Ik moet lachen, maar na een paar pogingen zit er wat beweging in. De verbinding is traag, maar we kunnen elkaar zien! Wat is dit fijn!

    Ik voel me een tiener van zo'n tien jaar terug, alleen nu met nog meer kriebels en een nog grotere grijns. Wat is het lang geleden dat ik een webcam gebruikt heb en ik probeer af en toe te kijken of ik er nog wel een beetje toonbaar op sta. Als hij me zegt dat ik een smaller koppie krijg en er 'lekkerding' tussendoor gooit voel ik me zoals het vrouwelijke stinkdier uit Bambi op versiertocht. Hartjes in mijn ogen, knipperend met mijn wimpers, een glimlach tot achter mijn oren en wegzwijmelend bij de aanblik van de man die mijn hart hordes laat lopen.
    Als ik mijn eigen beeld check zie ik dat ik wat inkijk heb, maar ach, kan mij het schelen. Geef die jongen ook wat om van te genieten. Wanneer hij nog eens zegt dat ik er echt goed uitzie (zou het de inkijk zijn? Haha) bedenk ik me dat hij niet eens half weet hoe goed dat is om te horen en hoe goed hij er uit ziet.

    Als hij op een gegeven moment vraagt hoe het hier gaat vertel ik hem dat ik er (denk ik) achter ben waarom ik een baal-week heb. Ik probeer hem zo kort mogelijk te vertellen dat ik ons contact mis. Echt contact. De momenten waarop je met elkaar van gedachten wisselt, elkaar deelt in hoe je je voelt en wat je denkt. Ik mis het dat ik niet weet hoe hij zich voelt en wat hij denkt, al weken niet. Ik vind het fijn om te horen hoe zijn dag is en wat hij gedaan heeft, maar als je het van een afstandje bekijkt zou hij hetzelfde gesprek zo met zijn moeder kunnen voeren, bij wijze van... Wij hebben vanaf de eerste seconde dat we elkaar spraken en leerden kennen altijd nagestreefd om open en eerlijk te zijn naar elkaar. Over alles. Maar een paar dagen voor zijn vertrek merkte ik dat we dat niet over zijn uitzending deden. Ik zei veel, maar ook niet alles, en hij luisterde, troostte mij en als we het met anderen over de uitzending hadden zei hij dat hij er zin in had. Wanneer ik hem vroeg of hij me ging missen zei hij van wel, maar daar hield het ook op. In zijn brief aan mij, die we bij het afscheid uitwisselden, kwamen er opeens nieuwe dingen naar voren. Daar had ik het ook zo graag over gehad samen! En nu hij daar is, is het niet anders. Ik kan hem nu veel lastiger inschatten. Het voelt alsof ik wel weet hoe hij het heeft, maar niet hoe het echt met hem gaat.

    Als ik al die gedachten uittyp komen de tranen weer naar boven, op mijn beeldscherm zie ik zijn vertrouwde gezicht en door mijn waterige zicht zie ik eerder aan hem wat hij me een paar seconden later schrijft: "Niet huilen lief. Kusje". Hij snapt me, hij begrijpt me. Met een grapje maakt hij me zo weer aan het lachen en steken we onze tong naar elkaar uit. Dit is mijn lief, dit is onze liefde voor elkaar. We genieten van het moment, ook al kunnen we elkaar niet horen. We proberen het wel, maar het werkt heel slecht. De verbinding is er niet goed genoeg voor. Als ik vertel over mijn realistische droom van laatst, waarin ik droomde dat ik zwanger was en bij het wakker worden bij mezelf dacht: hoe ga ik dit op een leuke manier aan hem vertellen met hij daar en ik hier?, hebben we beiden hetzelfde in gedachten over hoe we dat zouden doen. Leuk, ook al krijgen we voorlopig geen kindje en hoop ik toch echt dat hij tegen die tijd ook gewoon nog hier is en niet weer eens is uitgezonden.

    We nemen afscheid van elkaar, ik glimlach zijn grijns gedag en hij zegt me: "En droom maar fijn over je zwangerschap". "De onze dan hè", kaats ik de bal terug. "Zeker." Ik kan het niet laten om 'm nog één keer te plagen en vraag of ik anders misschien toch maar die afvalbuddy moet zoeken. "Echt niet!" zegt hij hardop en de verbinding geeft dit opeens heel duidelijk door. "Echt niet!" staat er ook nog eens in mijn scherm. Gelukkig. Want mijn afvalbuddy zit in een zandbak te spelen. Vond ie leuk.

    Wanneer ik de verbinding verbreek voel ik me als Deedee van Dexter's Laboratory: irritant blij en huppelend. Het voelt alsof er last van mijn schouders is gevallen. Vanaf vanavond kan ik de wereld weer aan. Als ik in bed ga liggen maak ik, zoals beloofd, een foto van mezelf waarop ik lach, zodat hij daar naar kan kijken. Dat had ie zo gemist. Droom fijn!

  • Copyright @ 2013 Zij van hem.