"Some people care too much… I think it’s called love." - Winnie the Pooh

vrijdag 28 september 2012

  • Baal-week

    Als ik in bed lig en naar de glow-in-the-dark sterren op mijn plafond kijk (dezelfde soort die in de eerste envelop voor het vriendje zaten) hoor ik het tikken van de verwarming in mijn kamer. Het doet me denken aan een herinnering die ik allang weer vergeten was tot ik laatst wat oude berichten doorlas. Het doet me denken aan de steiger die tegen ons huis stond en de wind die de steiger keer op keer tegen het huis aan blies de avond voordat ik en het vriendje onze eerste date hadden.

    Het is gek hoeveel je eigenlijk vergeet en hoeveel er ook weer opgeroepen kan worden door middel van geuren, geluiden, tast en al onze andere zintuigen. Zo houdt mijn moeder van opgeklopte melk in haar koffie. Tegenwoordig hebben we daar een super apparaatje voor, maar voorheen warmden we de melk gewoon op in een pannetje en klopten het op met de garde. Maar ook als ik bijvoorbeeld de eieren opklop dan denk ik nog altijd aan mijn eerste vriendje, omdat hij een keer voordeed hoe je het beste de melk kon opkloppen om het meeste schuim te krijgen. En nog altijd doe ik het zo. En zo is er een plek hier in de buurt die me herinnert aan een gesprek met mijn laatste ex-vriendje en zeg ik nog af en toe "Crisis!" zoals hij dat ook vaak gebruikte. Maar zo merk ik (nu het vriendje weg is) dat ik ook al heel snel bepaalde dingen van hem heb overgenomen of dat hij me bewuster heeft gemaakt met betrekking tot bepaalde dingen. Zo ben ik vrij snel merk gebonden uit gewoonte omdat dat dan bevalt en toen ik laatst tampons ging kopen besloot ik eens niet de o.b.'s te pakken, maar te kiezen voor een eigen merk wat minimaal de helft goedkoper was. Normaal gesproken doe ik de boodschappen voor mijn moeder en hoef ik minder op de prijzen te letten, maar door het samen boodschappen doen en ook met het oog op de toekomst (en het feit dat ik waarschijnlijk niet na mijn studie meteen een baan heb) word ik me daar nu (mede door hem) bewuster van. Oké, toen ik vervolgens het plasticje van zo'n tampon niet open kreeg stond ik natuurlijk wel eventjes te mopperen, maar dat tellen we maar even niet mee. Ha ha ha.

    En nu ik een baal-weekje heb hou ik me vast aan dit soort kleine momenten die (ondanks de lichte frustratie) een glimlach op mijn gezicht weten te toveren, doordat ik gewoon even aan hem denk. Ik hou vast aan zijn 'even snel omdat ik van je hou'-mailtje en lees de laatste woorden 'mis je' wel duizend keer.

    Ik zit mijzelf deze week gewoon helemaal in de weg. Ik ben onzeker, ga over alles twijfelen (Houdt hij nog wel van me als hij terug komt? Mist hij me wel echt?) en bezoek zelfs de Facebook-pagina van zijn ex waardoor mijn onzekerheid alleen maar toeneemt (want hoe zal hij wel niet kijken naar die foto's van zijn 'ik ben model'-ex?) terwijl ik van tevoren weet dat ik dat gewoon niet moet doen. Ik verwacht in stilte dingen van hem die onrealistisch zijn, want wat had ik, toen ik op een zwak moment heel stom vroeg wanneer hij weer zou bellen, graag gehoord dat hij zou bellen wanneer hij kon, in plaats van 'weet ik nog niet. Even kijken wanneer ik tijd heb'. De woorden zijn bijna hetzelfde, maar toch baal ik en het is volkomen irrationeel. In gedachten verontschuldig ik me voor deze gedachten, want ik weet niet waar het vandaan komt en ik lijk er geen grip op te hebben. Ik weet niet eens waarom ik het vraag omdat ik het niet eens wil weten (en we dat zo hebben afgesproken), zodat ik er ook niet op kan gaan rekenen. Maar deze week voel ik me stuurloos. Mijn houvast in mijzelf is weg, maar ik weet ook dat ik dit niet van hem kan vragen. En waar het schrijven van een blog-post mij normaliter helpt bij het ordenen van mijn gedachten kan het mij nu ook niet die voldoening geven. En ach, misschien is het ook wel de vermoeidheid en het wennen aan mijn nieuwe eetpatroon. Maar de kilo's blijven verdwijnen en het lijkt er op dat ik mijn streven voor zijn terugkomst ga halen dus daar hou ik me aan vast.

    Ik moet hier nu zelf doorheen dus richt ik mij op leuke dingen. Naast school begin ik met het maken van pakketjes. Ik struin internet af voor kleine verrassingen, schrijf kaartjes en brieven en doe al wat inkopen in de supermarkt voor een aantal pakketjes. In de supermarkt sta ik vervolgens te twijfelen over elk dingetje. Het 'in welk bakje moet het?'-scenario komt in gedachten naar boven en ik weet dat ik gewoon een keuze moet maken. Als hij het niets vindt dan kan hij er altijd nog een collega blij mee maken. Ik kan niet alles perfect doen, ook al zou ik dat wel willen. Zijn wensen helpen ook niet mee, want die heeft hij niet. Of toch wel... "Een broodbakmachine en meel!", zegt hij aan de telefoon. "Want het brood hier is niet te eten." Ik begin te lachen en zou hem dat met alle liefde opsturen, alleen mag dat niet van defensie. Geen poeders... Dus aan een broodbakmachine heeft ie dan ook niks, ook al zou het een gouden handel daar zijn.

    Maar als ik vervolgens elke avond in mijn bed lig dan pak ik even zijn grote MAG-LITE en schijn op mijn plafond. Na een paar seconden doe ik het licht uit en zie in het donker de glow-in-the-dark sterren boven me, denk aan hem en automatisch moet ik glimlachen. Slaapzacht. Weer een dag voorbij, weer een nachtje afgeteld, weer even een momentje van rust in mijn chaos en weer een klein beetje dichter bij zijn terugkomst.

    P.S. Ik hou van je.

  • dinsdag 25 september 2012

  • Eeuwigheid

    Dat wachten lang duurt is bekend, maar zelfs al ben ik druk bezig met van alles, elke dag weer, dan nog lijkt de tijd voorbij te kruipen. De anderhalve week achter ons voelt als anderhalve maand en soms is de datum van terugkomst mijlen ver weg.

    Ik ben streng voor mijzelf. Dit is wat ik wilde, een man in het leger. Dit is wat ik krijg, een man in het leger en dus ook een man op uitzending. Precies zoals ik wist dat het zou zijn. En om eerlijk te zijn voel ik me best stoer (zoals het vriendje dat altijd zegt) van tijd tot tijd. Ik regel de dingen die gedaan moeten worden en 'support' mijn vriend terwijl hij daar zit. Maar soms lijkt het ook anders. Als hij oprecht aan me vraagt hoe het met me gaat dan voel ik het gemis van mijn maatje, van diegene waarmee ik alles kan delen. Maar ik laat het niet blijken. Ik zet mijn glimlach op en zeg in woorden dat ik hem wel mis, maar ik hou dat muurtje omhoog.

    Als hij me aan de telefoon vraagt of ik dat ook nu niet laat blijken springen de tranen in mijn ogen. Tot net een seconde geleden was er niets aan de hand, maar wat mis ik hem opeens. Die oprechtheid en de goede woorden die hij vaak zo perfect weet te plaatsen. Ik mis hem! En ik baal. Want dit is niet hetzelfde. Zijn stem horen is heerlijk, maar het is niet hetzelfde als hem hier bij me hebben. Gewoon mijn armen om hem heen kunnen slaan, mijn hoofd tegen zijn borst, zijn geur die ik inadem en zijn warmte die me troost.
    Ik baal dat het soms tegenvalt, want ik had hier fietsend doorheen gewild, hoe onrealistisch dat ook zou zijn. Ik baal dat ik hem hier meer mis dan hij mij daar, want ik heb hier toch alles wat ik normaal ook heb? Ik baal, want ik wil er voor hem zijn, maar soms voelt het meer alsof hij er voor mij is.

    Half my heart is deployed, las ik eens op Internet. Veel dingen op uitzending-gebied zijn gebaseerd op Amerikaanse militairen die (zo wordt het benaderd) voor hun land en de vrijheid van de Amerikanen en de wereld de halve aardbol over reizen voor lange periodes aaneen. Soms mogen de relaties mee, als ze bijvoorbeeld voor een paar jaar gestationeerd worden in Duitsland, Nederland of andere delen van de wereld. Maar vaak zijn ze weg, voor zeker een jaar. Dan besef ik me weer hoezeer ik in mijn handen mag knijpen (en hoe ongezond ik het daar geregeld vind). Maar al is het vriendje maar voor een paar maanden weg, toch past het ook bij mij: de helft van mijn hart is daar. En hoe toepasselijk gaven mijn zus en zwager ons beiden na terugkomst van hun vakantie een sleutelhanger die precies dat symboliseert. Zijn naam in de mijne en mijn naam in de zijne. Mijn hart is voor de helft daar, maar gelukkig heb ik zijn helft ook bij mij.

  • maandag 24 september 2012

  • Post!

    Ik vind dat zoiets geweldigs, post. Oké, dan tellen we de zakelijke dingen niet mee (en om over de blauwe enveloppen nog maar te zwijgen), maar persoonlijke post geeft toch een speciaal gevoel. Er was een tijd dat e-cards heel populair waren en in die tijd heb ik er veel verstuurd. Nu doe ik dat nog maar zelden en stuur ik liever een kaartje. Oké, ik geef het toe dat ik ook regelmatig gebruik maak van sites zoals Greetz.nl. Hier kun je je kaartje online kiezen, eventueel aanpassen, de tekst er in typen en de datum van verzending kiezen. Hoewel dit niet helemaal persoonlijk is (het is tenslotte een geprint lettertype en niet een handgeschreven kaart), is het wel gemakkelijk. Vooral de keuze om de verzenddatum te kiezen vind ik ideaal. Nu kan ik van tevoren al kaarten maken (en betalen) voor gebeurtenissen die al vaststaan, zoals verjaardagen en huwelijken.

    Maar het mooiste blijven toch de handgeschreven kaarten en brieven. Wanneer heb jij voor het laatst bijvoorbeeld een handgeschreven brief ontvangen? Tegenwoordig schrijven we liever een e-mail dan dat we een brief sturen. Ook ik maak me hier vaak schuldig aan, maar het romantische van een handgeschreven brief kan ik nog altijd zoveel meer waarderen. En dat is eigenlijk ook wel het mooie van een uitzending, want dit is de uitgelezen kans. Daarom heb ik het vriendje op een bepaald moment gevraagd wat hij er van dacht om elkaar een brief te schrijven en die dan vlak voor vertrek uit te wisselen. De eis van mijn kant uit was wel dat het handgeschreven was. Of je het van tevoren dan uittikt in Word maakt mij niet uit, dat doe ik ook regelmatig omdat ik sneller typ dan schrijf en zo mijn gedachten beter bij kan houden. Hij wilde dat wel doen en heeft er echt de tijd voor genomen om de brief aan mij te schrijven. En als ik nu weer zijn brief pak en opnieuw lees dan voelt dat toch wel heel speciaal. Fijn om iets fysieks van hem vast te kunnen houden en elke keer opnieuw zijn woorden te kunnen lezen, zijn handschrift meer en meer eigen te worden en zijn woorden zijn zoveel meer persoonlijk dan wanneer hij het getypt aan mij had gegeven. Dit is van hem en kan door niemand anders geschreven zijn. Niet in taalgebruik (met heerlijke dyslectische foutjes), niet in zinsopbouw, niet in gekke typische dingen zoals 'even pauze...' en niet in zijn typische persoonlijke mannen-handschrift. Dit is ook zo persoonlijk dat ik het alleen voor mij hou. Dit heeft hij voor mij geschreven en ik koester het ook op die manier, en het zorgt er ook wel voor dat ik me echt speciaal voel.

    Ik vind het maar lastig in te schatten hoe het daar moet zijn om post te krijgen. Hier word ik al helemaal blij van post. Als ik het oranje van de postbode zie die die ene kaart of brief in de bus doet, of misschien wel een pakketje aflevert, maakt het me al nieuwsgierig of het voor mij is en zo ja, wat het dan is! Hoe moet dat daar zijn... Ver van huis, in een stoffig land, zonder vrienden, familie en vrouwen en vriendinnen met alleen je collega's om je heen. Hoeveel betekent post dan? Hoe voelt het om die handgeschreven brief te krijgen, of dat ene kaartje? Hoe voelt het om je pakketje uit te pakken en te ontdekken wat ze nu weer in Nederland bedacht hebben wat jij misschien graag zou willen ontvangen? En hoe werkt het praktisch gezien? Hoe weet je dat er post is, dat er post voor jou is en moet je het dan ophalen of wordt het uitgedeeld? Zelfs al legt hij het uit, dan nog is het denk ik lastig voor te stellen hoe het nou echt is. Maar wat ik al zo vaak heb gelezen en gehoord worden ze er wel blij van. Mijn vriendje in elk geval wel, want ik kreeg een e-mail waarin hij zei dat hij die dag mijn 'geweldige brief' had ontvangen. Ook had hij zijn dagboek bijgevoegd en ook hierin geschreven dat hij een lieve brief van mij had gekregen en die meteen had gelezen. Natuurlijk vergeet ik dan te vragen welke datum op de brief stond, want nu heb ik geen idee welke het is. En er moet nog meer komen, want ik heb in totaal twee brieven, twee kaartjes en een koker-pakketje verzonden afgelopen week. Nog meer dus voor hem om naar uit te kijken, maar ook voor mij. Maar man, wat was die brief er dan snel! Wat ongelooflijk tof! Nu duurt het wachten op de rest van de post toch iets minder lang voor mijn gevoel.

    En als ik dan lees hoe blij hij er mee is en dat hij zondagavond op Facebook om één over twaalf schrijft dat hij weer een envelop mag openmaken van zijn cadeautje (en dus niet eens het nachtje kan wachten) dan weet ik nog eens extra waarvoor ik het doe. En wat is dat een bijzonder gevoel. Hartverwarmend. Er komt nog meer aan lief. Speciaal voor jou!

  • zaterdag 22 september 2012

  • Cadeautjes


    In ons contact zit tot nu toe een zekere regelmaat en dat vind ik heerlijk. Ik heb momenten om naar toe te leven en momenten dat ik weet dat ik niks hoef te verwachten. Toch ben ik me ook enorm bewust van het gevaar van regelmaat en betrap ik mezelf er op dat ik vaker bij mezelf dingen denk als: 'Dit moet ik hem straks echt niet vergeten te vertellen of vragen.'. Ik leef graag naar dingen toe en kijk naar dingen uit, maar ik ben zo (onverwacht) relaxt onder deze onzekerheid dat elk belletje toch als een cadeautje is. Het overgaan van mijn telefoon is het gewaarworden van mijn cadeautje. Als ik op het display kijk en zie dat hij het is, is het alsof ik mijn cadeautje voor me zie liggen en wanneer ik opneem scheur ik figuurlijk ongeduldig het papier er vanaf. Maar pas als ik zijn stem hoor is de inhoud zichtbaar en kan ik genieten van al het moois wat ik voorgeschoteld krijg. Als ik zijn verhalen hoor trekken mijn mondhoeken inmiddels tot ver bij mijn oren denk ik en glimmen mijn ogen als opgepoetst zilver.

    Op het werk wordt ook met mij meegeleefd en een aantal vaste gasten vragen steevast hoe het met hem gaat en of hij alweer gebeld heeft. Als één van hen vraagt of hij mijn cadeautje al heeft open gemaakt herinnert me dat aan mijn envelop voor week twee. Daar heeft hij nog helemaal niks over gezegd! Wanneer hij belt vraag ik het meteen. Hij is verbaast dat hij het me nog niet verteld heeft, maar herinnert zich vervolgens dat hij er wel over heeft geschreven in zijn dagboek. Hij telt de nachtjes tot de volgende envelop, merk ik op als ik hem hoor zeggen "Nog 2!". Inmiddels zwel ik bijna op van blijdschap, verheugd dat hij het echt heel leuk vindt. Voor de glow-in-the-dark-sterren van vorige week moet hij nog even op zoek naar dubbelzijdig tape en het time-capsule-idee van deze week vindt hij erg leuk en gaan we zeker doen in de toekomst. Ik zweef inmiddels op een wolkje en geniet van het feit dat ik dit voor hem kan doen. En stiekem ben ik nu extra nieuwsgierig wat hij in zijn dagboek heeft geschreven.

    Ik krijg ook een mailtje, gevolgd door twee mailtjes met foto's. Wat is het toch mooi, de techniek van tegenwoordig. Zelfs ik kan al die techniek soms wel vervloeken, maar op momenten zoals deze geeft het mij een kijkje in zijn wereld en in wat hij daar meemaakt en doet. Dat is voor mij zo waardevol... Nu wachten tot de 'ouderwetse' post hem ook bereikt, want daarin zit mijn volgende verrassing. Op Facebook heb ik 'm al een kleine 'sneak peek' gegeven van wat er sowieso nog gaat komen. Ik sta nu al te popelen om te horen wat hij er allemaal van vindt! Geduld is een schone zaak, maar zeker geen gemakkelijke. Als dat ene snoepje dat je met snoephappen maar niet te pakken krijgt, of als het wachten in de wachtrij voor een concert. Maar uiteindelijk heb je dat snoepje te pakken, uiteindelijk ga je naar binnen en begint de artiest te spelen, maar tot die tijd... Aftellen! Weer een klein mijlpaal-momentje waar ik me op kan richten. Appeltje eitje dit! Twee vingers in de neus. Time flies!


  • Girl Power

    Op zoek naar een passend plaatje voor deze blogpost bracht Google me vele suggesties. Als eerste zoekterm gebruikte ik 'Girl Power'. Leuk, maar niks wat ik passend vond. 'Independent Woman' was een betere optie. Na wat scrollen en de gemaakte keuze (heerlijk retro) nam ik toch de gok om als back up nog één keer te zoeken op een andere term. Oké, bij het intypen weigerden mijn vingers al bijna dienst, maar ik ging onverstoord door. Nadat ik op Enter had gedrukt wist ik meteen weer waarom ik eigenlijk al wist waarom dit geen goed idee was. Mijn tip: zoek niet op 'Strong Woman'. Ieuw!

    Oké, back to business, want het ging om de onafhankelijke vrouw. Een vrouw zoals ik me voel, en zeker vandaag. Ik kan me herinneren dat ik als kind bij mijn vader thuis een werkbank had en een hele stapel hout, een hamer en spijkers. Uren kon ik me vermaken door van alles in elkaar te timmeren. Juist dit soort als 'mannen-dingen' getypeerde activiteiten heb ik altijd leuk gevonden. Ze zeggen dat naar de IKEA gaan een echte relatietest is, nou ik heb nog nooit problemen gehad met IKEA en meubels in elkaar zetten. Al jaren doe ik dat, en vooral met mijn vader ben ik een goed team. Een klusje zoals die waar ik in mijn vorige post over vertelde vind ik dus zelfs nog wel leuk om te doen. Toen ik nog zelf een auto had verving ik inderdaad zelf lampjes, ruitenwissers en zolang het niet al te ingewikkeld is vind ik het zelfs een uitdaging om het zelf te doen. Als het te ingewikkeld wordt, op autogebied, dan is de lol er voor mij wel al snel af, gewoon omdat het me niet zo interesseert. Tijdens onze vakantie heb ik zelfs aan het vriendje gevraagd of hij me wilde leren hoe ik een band moet verwisselen (en dat wil ik dan ook echt meteen zelf doen). Ik zal het vast zelden en misschien wel nooit nodig hebben om het te weten, maar vind het toch fijn om te weten. Je weet maar nooit...

    Mede door dit soort dingen noemt mijn vriendje mij stoer. Ik weet niet of het stoer is (oké, heel soms vind ik van wel, maar over het algemeen van niet), maar mijn lieve vriendje is ook totaal iets anders gewend. Ik vind het wel leuk om te klooien met gadgets en elektronica. Handleidingen lees ik zelden, totdat ik denk dat ik het nodig heb (met uitzondering van IKEA-meubilair. Dat moet je gewoon stap voor stap volgen. Scheelt een hoop gedoe). Nog steeds vind ik het, net als dat kleine meisje van vroeger, leuk om dingen in elkaar te zetten en als er echt specifiek dingen zijn die normaal gesproken een man zou doen dan vind ik het vaak wel leuk om dat ook eens te proberen. Een poos terug hebben wij samen een ren gemaakt voor de konijnen en we gaan, wanneer hij terug is, ook beginnen aan een nieuw hok. Daarnaast is het vriendje ook een goede partner om mee te klussen. Als ik iets niet weet dan kan hij het heel goed uitleggen, hij kan goed beargumenteren waarom iets zus en zo moet (en dat komt van pas, want ik kan best eigenwijs zijn), hij blijft (tot nu toe, ha ha) altijd rustig en we hebben het best gezellig zo samen.

    Na het heerlijke geklooi aan de auto een paar dagen terug stond er vandaag iets anders op het programma: de nijntjes. In eerste instantie niet zoveel te klussen hoor, want het was tijd voor de grote beurt (van het hok dan). De zooi er uit en opschonen, maar ook alles van boven naar beneden en de bovenverdieping lekker vullen met stro, want het wordt nu toch wel koud hier en met name 's nachts. Eén van de nijntjes, ons kneuzenkindje, heeft alweer een poosje een snotneus dus ik hoop dat hij met wat extra stro het wat warmer krijgt en niet meer zo verkouden is straks. En dan het klusgedeelte: opnieuw plastic voor het gaas maken op de beneden verdieping (voorlopig laat ik boven nog even open). Voordat ik begin maar eens wat zooi opruimen en de juiste spullen halen. Daar sta ik dan met een schaar, meters plastic zeil, een elektrische boor en wat kruiskopschroeven. Eerst maar eens zo ongeveer de grootte bepalen van de hoeveelheid zeil die ik nodig zal hebben, te beginnen met de lange kant. Ik hou het plastic gedeeltelijk tegen de lange kant van het hok aan. De konijnen kijken me met grote ogen en veel verbazing aan wat ik nu weer ga uitspoken. Ik knip een stukje in het zeil. Vanaf daar naar beneden. Dan de breedte bepalen. Ook hier een knipje en dan maar doorknippen tot zo ongeveer ter hoogte van het eerste knipje. Vanaf daar ook naar beneden en dan heb ik een groot stuk zeil in mijn handen. Gewapend met de boormachine begin ik aan dit klusje en het voelt goed dat het lukt. Ach, zo moeilijk is het niet, maar ik doe het maar mooi wel weer. Na een poosje heb ik zowel aan de achterkant als de zijkanten zeil gespannen en mijn gedachten gaan, zoals ontelbaar veel keer elke dag, weer naar het vriendje. In gedachten gniffel ik om het idee dat dit stiekem een test is van 'm. Zien of ik zijn konijnen naar tevredenheid in leven kan houden, zodat hij daarna kan zeggen: "Ja schat, ik wil graag kinderen met je. Ik durf het nu helemaal aan dat je ze ook in leven houdt als ik weg ben."

    Net na het avondeten word ik gebeld door de collega die me zou helpen met de auto. Hij moet nog van de basis naar huis en komt dan bijna langs mijn huis, dus hij wilde wel meteen even langskomen. Na wat kletsen en drinken lopen we naar de auto en nu begint dan het technische gedeelte. Hij controleert wat dingetjes en prutst wat. Na een poosje (en een aantal mislukte pogingen later) doet de koplamp het opeens! Jippie! "Wat was het nou?", vraag ik hem. "Nou,", zegt ie, "Ik denk dat de min en plus verkeerd om zaten." Ik begin zachtjes te lachen en mijn ego wordt gelukkig wel iets uitgedeukt als hij bevestigt dat er aan elke kant twee uitsteeksels zitten waar het clipje achter kan haken, dus dat het niet zo gek is dat het verkeerd zat. "Dit vertellen we 'm niet hè.", grap ik nog tegen de collega, ook al weet ik dat ik het mijn vriendje toch zelf wel zal vertellen. "Toch ook wel weer knap dat ik het zo'n drie keer elke keer weer onbewust verkeerd heb gedaan.", voeg ik er zelf nog maar aan toe. Ik heb weer wat te vertellen...
    [Bron Afbeelding]

  • woensdag 19 september 2012

  • Lampje stuk

    Het vriendje heeft een gepimpte auto. Vrij kaal toen ie 'm kocht (zelfs zonder radio) en inmiddels zit er al van alles op en in dit project. Hij is nog lang niet klaar, maar doordat hij weg is kan er verder niks aan gebeuren. Dat vind ik niet zo erg, want ik noem zijn auto nu al liefkozend zijn aso-bak of herriebak. Blauwe lampjes bij de voeten, lampjes in de deuren, lampjes in de handgrepen, als hij terug is zelfs neon onder de auto (gelukkig is het verboden om daar mee te rijden dus mag hij de 'kerstverlichting' alleen voor de show aanzetten als dat ding stil staat), alle onderdelen in de juiste kleur gespoten, een herrie-uitlaat er onder (wat dan wel weer gewaardeerd wordt door mijn klasgenoten), nieuwe boxen en andere stereo-onderdelen (vraag me niet wat precies), nieuwe zijspiegels, nieuwe velgen en banden, nieuwe lampen en weet ik wat allemaal niet meer. En om die lampen gaat het nu net. Omdat de linker koplamp wat kuren had heeft hij al een aantal dingen gedaan, waaronder nog vorige week (vlak voor vertrek) het lampje vervangen. "Maar,", zei hij er bij "het kan goed zo zijn dat je het kastje moet vervangen." Ehm... Oké. Dat is best makkelijk, verzekerde hij me.

    Nu kwam ik er gisteren achter dat diezelfde koplamp het niet deed. Een klusje voor vandaag dus, aangezien het niet zo moeilijk schijnt te zijn. Bij thuiskomst kijk ik onder de motorkap en zie het kastje zitten. Ik volg de draadjes en zie dat het gemakkelijk er in en uit kan, alleen zit er om dat kastje zo'n raar metalen (?) iets waardoor het op z'n plek zit. En als ik kijk zie ik geen enkele manier om dat los te krijgen. Dat vraagt om raad van een collega van het vriendje. Ook hij knutselt wel aan auto's en motoren meen ik en hij helpt het vriendje ook weleens. Zelf heb ik 'm een paar keer ontmoet en zijn we vrienden op Facebook, dus ik maak een foto met mijn iPhone en plaats die op zijn wall. Help! Na het eten krijg ik een berichtje terug en er schijnt een schroef onderaan te zitten die losgeschroefd moet worden. Daarna kan je het kastje er uit halen. Nou, dat moet ik kunnen. Dus als de afwas gedaan is loop ik naar buiten en vervolgens tig keer heen en weer om het juiste gereedschap te pakken. Want ja, zo'n auto is onder de motorkap best krap. Alles zit elkaar in de weg en het feit dat het boutje net tussen maatje 6 en 7 invalt (wie heeft dat bedacht?) helpt ook niet echt. Daar sta ik dan, in mijn rokje (gelukkig wel met legging) over de auto heen gebogen. Door deze positie vormt zich ook een flinke inkijk in mijn decolleté, wat gelukkig enigszins schuil gaat achter de motorklep en de auto zelf, en hoe langer ik blijf prutsen in deze houding (en er is geen andere houding mogelijk) hoe meer ik mijn rug begin te voelen. Die vieze handen daar maak ik me niet zo druk om, maar wat een geklooi en ongemakkelijk gedoe! Nogmaals vraag ik me af wat hier dan toch zo leuk aan is, dat prutsen aan auto's. In gedachten zie ik het vriendje al staan kijken met een grijns op zijn gezicht omdat ik zo aan het klooien ben, ook al vindt ie me wel stoer dat ik het gewoon doe, en werp ik 'm een vernietigende blik toe.

    Met welk gereedschap ik het ook probeer, ik krijg het niet voor elkaar. Ik voel me nu echt die hulpeloze cliché-bevestigende vrouw die als haar man weg is ook echt hulp nodig heeft van een andere kerel. Ik baal en de tranen staan in mijn ogen. Waarom wil dit gewoon niet? Waarom kan ik niet gewoon die schroef loskrijgen en dat kastje vervangen? Aaaaah!
    Na poging op poging besluit ik maar de hulp van mijn vader in te roepen, want dit gaat me niet lukken. Ook hem lukt het niet met het gereedschap dat ik bij elkaar had gesprokkeld, dus hij haalt weer ander gereedschap waarvan ik niet wist dat we dat hadden. Met enorm veel moeite lukt het uiteindelijk om de schroef los te krijgen, dus we denken: Ha! Nu kan het los!
    Helaas... Er zit nog een schroefje boven! Deze krijgen we met geen mogelijkheid los, dus dan is de laatste troef voordat ik de hulp van de collega in moet roepen: mijn buurman. Ook hij probeert het, gaat gereedschap halen (beter spul dan dat van ons, want hij prutst wel vaker aan auto's) en krijgt uiteindelijk ook dat schroefje los. Ik knip de tie rips door die het vriendje aan de kabeltjes heeft gebonden en kan het kastje 'bevrijden'. Nieuwe kastje er aan en vastschroeven maar. Dan even een testje. Resultaat: de koplamp doet het nog steeds niet! Ik baal nu zo enorm en wens in stilte dat hij nu niet weg was of gewoon een werkende auto bij mij had gelaten. Dit kan namelijk niet wachten tot de eerste thuisfrontdag zodat zijn collega er dan naar kan kijken, want het wordt nu al snel donker 's avonds en later licht in de morgen. We gooien de motorkap dicht. Ik vind het wel best zo. Als ik het vriendje weer spreek zal ik hem wel vragen wat het nog meer kan zijn.

    De tijd gaat ook vanavond weer langzaam voorbij en als het negen uur is geweest verwacht ik, zoals gewoonlijk, ook geen belletje meer vanuit de zandbak. Toch belt hij me om kwart over negen. Mijn hart maakt een sprongetje en ik ben zo blij om hem even te spreken. Hij heeft zijn mail nog niet gelezen, want hij is druk geweest, dus ik licht hem in over de laatste roddels. Heerlijk en zo vertrouwd om hem te horen reageren zoals ik wist dat hij zou reageren, net alsof hij gewoon op de basis is en ik hem bel. Net zoals ik hem ken. Als ik vertel over de auto snapt hij er ook niks van en draagt een paar mogelijke oplossingen aan die ik kan uitproberen. En anders moet ik echt even zijn collega vragen of hij er naar wil kijken. Er is zoveel te vertellen dat ik bijna over mijn gedachten struikel en bang ben iets te vergeten. Ik spring van de hak op de tak en wil het niet te lang laten duren omdat het voor hem al laat is, maar wil het ergens ook eeuwen laten duren omdat ik er zo van geniet om met 'm te kletsen. Dan is ie toch even wat dichterbij. Als hij me vertelt dat hij me ook wel mist zou ik het liefst een rondje rennen, op en neer springen, een dansje doen of iets anders geks van blijdschap. Mijn vriendje mist me! Wat is dat toch fijn om te horen.

    Zoals altijd geeft zijn belletje me weer wat energie en met een gelukzalige glimlach kus ik, zoals we altijd doen vlak voor voordat we de verbinding verbreken, de lucht voor mijn telefoon een paar keer als we elkaar welterusten hebben gewenst en gezegd hebben dat we van elkaar houden. Slaapzacht lief. Droom fijn. Spreek je snel.

  • maandag 17 september 2012

  • Just a step away

    "I'll never let you down
    And I'll never go away
    And if you ever feeling down
    I'm just a step away"

    Carly Rae Jepsen komt mijn oren binnen als ik de deur uit loop voor mijn hardlooprondje. Ik start mijn loopprogramma en krijg een kleine 'bounce' in elke stap die ik zet. Ik voel me goed! Ik droom gelukkig niet meer dat we ruzie hebben en eigenlijk vallen de dagen best mee, zo deze eerste week. Oké, de eerste week was maar een halve week, maar ik had het zoveel lastiger verwacht. Ik denk dat het mede zo goed gaat omdat wij het natuurlijk wel gewend zijn om elkaar een week te missen. Normaal gesproken zien we elkaar alleen in het weekend en ik moet zeggen dat ik dan ook wel weer heel blij ben om 'm weer te zien, te ruiken, te voelen en hem om me heen te hebben. De afgelopen tijd was een uitzondering waarin we elk moment dat we bij elkaar konden zijn met beide handen hebben aangegrepen. Maar ook na die periodes (vlak voor vertrek weer bijna een week fulltime) van samenleven, samenwonen en samenzijn valt het weer alleen zijn best mee. Ik ga naar school, maak mijn huiswerk, schrijf brieven, kaartjes en zorg voor pakketjes om richting mijn lief te sturen en dan heb ik ook nog mijn werk. Soms heb ik het gevoel dat er te weinig uren in een dag zitten om te doen wat ik allemaal wil doen en nog wat vrije tijd te hebben ook nog.

    Maar eerlijk is eerlijk: de highlights van mijn dag zijn toch wel de momenten dat ik wat van 'm hoor. Gelukkig is dat regelmatig. Dan een mailtje, en dan weer een belletje, soms zelfs allebei! De laatste roddels die ik met 'm kan delen en horen hoe hij het daar heeft. Het is gewoon zo fijn om zijn stem te horen. Negen uur 's avonds is voor mij een grens in de dag. Het tijdsverschil is een half uur minder dan ik oorspronkelijk dacht, maar na die tijd verwacht ik sowieso geen bericht meer. Dat betekent overigens niet dat ik mijn mobiel niet 24/7 bij me probeer te houden, just in case... Ha ha ha. Ik ben niet teleurgesteld als ik niks hoor, want ik verwacht niks. Maar het geeft mij zelf toch een beetje rust om een grens te hebben in de dag.

    Mijn cadeautje heeft hij inmiddels uitgepakt en was er erg blij mee. Voor elke week een envelop voor hem om open te maken, zodat hij even aan me denkt en ik hopelijk een glimlach op zijn gezicht kan toveren. Ik ben de lijst kwijt van wat er in welke week uit te pakken is, dus bijkomend voordeel is dat het nu ook voor mij een 'verrassing' is. De eerste envelop heeft hij natuurlijk al opengemaakt, en aangezien we vandaag aan een nieuwe week zijn begonnen zal binnenkort ook envelop nummer 2 geopend worden. Zo fijn dat hij het echt leuk vindt. Dat geeft mij ook weer zo'n goed gevoel.

    "If you need a shoulder
    Or someone to hold you
    I'll keep my arms open wide
    I'll be the one who loves you
    I'll be right there by your side"

    Ook nu weer tijdens mijn rondje gaan mijn gedachten alle kanten op. Ik schrijf hele blogs in gedachten en mijn brieven aan hem zijn eindeloos. Ik besef me weer eens temeer hoe graag ik er voor hem ben, en hoeveel ik om hem geef. Maar ook wat een stimulerende factor hij is voor mij. Sinds zijn vertrek ben ik weer begonnen met afvallen. Ik heb me gistermorgen voor het eerst gewogen en vanmorgen weer. -0.6 kilo! Als dat zo doorgaat (laat ik nu even niet realistisch maar heel optimistisch zijn) dan ben ik zo met twee maanden klaar voor zijn terugkomst! Ha ha ha... Dat lijkt me wel wat.

    Ik had nooit gedacht dat ik het zou missen dat hij met me mee zou lopen. Daar deed ik eigenlijk niet aan. Ik loop het liefste alleen, want dan kan ik mooi mijn eigen tempo aanhouden, hoef niemand te 'entertainen' en hoef me ook niet rot te schamen om mijn slakkentempo en drillende benen en billen (om de rest maar even niet te noemen). Maar hij stond er gewoon altijd op dat hij met me mee zou lopen en hield dan ook echt mijn tempo aan. We gingen zelfs naar de trimbaan samen wanneer we in zijn oude woonplaats waren. O, wat herinner ik me de eerste keer nog goed. Dat begin, dat was toch het lastigste. Je wil niet voor gek staan en je wil toch een beetje wat uithalen op die toestellen zonder meteen ter aarde te storten. Maar wat is het toch stiekem ook wel heerlijk om hem bezig te zien, ook al weet je dat hij zich op dat moment minder inspant dan dat hij normaal zou doen als hij zich niet aan mij moest aanpassen. En als ik het even niet red, dan is hij er voor me om me te helpen en me te motiveren. Als ik hem zijn oefeningen zie doen maak ik mentale foto's en filmpjes om nog eens aan terug te denken, want wat kan ik stralen als ik 'm zo bezig zie. En wat is ie mooi!

    "In the space between the words
    In the silence of your eyes
    In the hands that know the touch
    It's the way I feel inside"

    Inmiddels ben ik alweer een paar kilometer verder en het zweet loopt langzaam langs mijn rechter wenkbrauw naar beneden. Mijn telefoon moet ik zelf vasthouden, want het zakje in mijn loopbroek heeft het begeven. Ik begin mijn benen te voelen, mijn linkerborst doet zeer en ik kijk wat vaker op mijn telefoon hoe lang ik nog 'moet', maar ik hou vol. Ik kan dit!

    Ik denk aan de email die ik vanmorgen kreeg, met zijn dagboekje van de afgelopen dagen. Hij heeft blijkbaar een oplossing gevonden om zijn notities van zijn telefoon naar de computer te krijgen en zo naar mij te kunnen sturen. Het is genieten om ze te lezen, om op zo'n manier een kijkje in zijn leven daar te krijgen. Als ik lees dat hij het heerlijk vindt om mij weer even te horen maakt mijn hart een sprongetje. Ik kopieer de tekst en plak het in een Word-documentje om zo ook al zijn dagboek-fragmenten, net als onze emails, brieven e.d., te kunnen bewaren in een mapje. Om later nog eens terug te kunnen lezen en te kunnen bundelen.

    En terwijl ik meters vreet lach ik in mijzelf om alle voordelen die het toch ook wel heeft dat hij nu in die stofbak zit. Meer ruimte in bed en meer dekens voor mij. Ik kan hele weekenden werken, wat weer meer centjes opbrengt, ik hoef me niet meer zo vaak te scheren als ik er geen zin in heb, ik hoef 's ochtends na het vroege plasmoment niet even snel mijn tanden te poetsen en ik hoef niet altijd leuk ondergoed aan en kijken of het enigszins matcht. Ik kan mooi meer scheetjes laten in bed (tja, je wil vaak toch nog een beetje lady-like zijn als hij er is) en de accu van mijn telefoon gaat ook veel langer mee zo op een dag. Heerlijk!

    "Here we are
    Dancing cross this floor together
    With every step I take I seem to want you more than ever
    You made me love you
    Look into my eyes"

    Ik druk met mijn linkerhand nog een keer driemaal op het knopje vlakbij mijn oor. Repeat! 'Perfect wedding song', gaat door mijn gedachten, ik probeer weer wat actiever te lopen en ik droom in gedachten weer verder over onze toekomst. Als hij weer veilig thuis is, als hij weer fijn bij mij is.

  • donderdag 13 september 2012

  • The Day After

    Als ik vanmorgen wakker word hoef ik niet eens op de wekker te kijken om te weten dat het nog heel vroeg is. Ik heb geen wekker gezet, want ik hoef pas vanmiddag op school te zijn, maar het verbaast me niks dat ik ook nu weer vroeg mijn ogen open. Ik hoor de föhn in de badkamer en mijn blik op mijn mobiel bevestigt dat het zes uur in de ochtend is. Mijn ogen gaan weer dicht en ik vraag me in gedachten af of hij al geland zou zijn. Een paar seconden later, ik ben op dat moment in het vage gedeelte tussen slaap en wakker zijn, hoor ik dat ik een sms krijg. Mijn ogen schieten weer open en ik graai naar mijn telefoon. Ja! Het is een sms van hem. Eén kort zinnetje en een kus. Ik straal. Snel even een sms terug en ik val weer in slaap. Als ik weer wakker word heb ik een sms terug. Dit keer iets uitgebreider en hij vertelt onder andere dat zijn accu's leeg zijn. Fijn om te weten, want dan hoef ik helemaal niet snel op bericht te rekenen. Toch stuur ik 'm nog een sms terug. Je weet maar nooit of hij het nog leest...

    Ook nu ben ik weer klaarwakker (what's happening to me? This is so not like me!) dus ik besluit maar op te staan. Ik heb het gevoel dat de dag begint met een vreselijke kater. Zo één waarbij je weet hoe kut je je voelt, maar je niet meer alles precies kan herinneren en in gedachten de avond ervoor nog eens afspeelt. Keer op keer op keer. De dromen die ik vannacht had werken hier niet aan mee, want ik heb alleen maar over het vertrek gedroomd. Elke keer opnieuw weer in mijn dromen afscheid nemen. Ik voel me geradbraakt. Ik ben kapot.

    Hij is de hele dag in mijn hoofd, bij alles wat ik doe. En alsof ik een soort gespleten persoonlijkheid heb lach ik breeduit als ik mij bepaalde dingen herinner of bepaalde dingen doe. Zo trek ik vandaag mijn kleren van gisteren aan, alsof ik gisteren dan nog even naar vandaag kan halen. Onder mijn witte broek trek ik mijn hakken aan en ik hoor hem zeggen dat lopen op hakken goed is voor je figuur en vooral voor je benen en billen. Normaal gesproken zou ik 'm zeggen dat je er dan wel op moet kunnen lopen en dat het niet zo charmant is als je strompelend over straat gaat omdat het mooi staat en het dan helemaal je figuur niet ten goede komt. Maar vandaag recht ik mijn rug wat extra en hou ze 's middags zelfs binnen aan als ik sta te koken. En als ik in zijn 'asobak' rij en het geluid (of, zoals ik het altijd omschrijf, de herrie) van zijn uitlaat hoor zie ik in gedachten zijn brede lach en voelt het alsof hij weer een beetje hier is.
    Omdat de tank bijna leeg is ga ik toch tanken bij mij in de buurt. Ik zie dat de brandstofprijs bij deze pomp erg laag is voor dit moment en gooi 'm maar helemaal vol. Als ik thuis kom zie ik op een flyer staan dat juist vandaag deze keten 14 cent korting had aan de pomp. Goede keuze dus, om hier mijn tank vol te gooien in plaats van bij die goedkopere bij mijn school in de buurt. Normaal gesproken zou ik dit 'm meteen vertellen, maar dat kan nu niet.
    De afgelopen weken heb ik gezegd dat ik weer ga beginnen met het letten op wat ik eet en weer fanatiek wil gaan afvallen als hij weg is, dus laten we daar dan maar meteen mee beginnen. Ik haal yoghurt en fruit bij de supermarkt en neem me voor om te gaan hardlopen vandaag. Ook moeten er eiermuffins gebakken worden, dus ik sta zo weer de hele ochtend in de keuken. Op mijn hakken.

    Zijn vader belt en we spreken ongeveer een half uur. Het gesprek frustreert me en de gedachte dat ik dit straks aan het vriendje moet vertellen geeft me een rotgevoel, maar ik probeer er niets van te laten merken. Hij houdt me vrij lang aan de praat en ik moet me haasten om op tijd op school te komen. Op school parkeer ik zijn auto en als ik naar de ingang loop (of eigenlijk haast. Op mijn hakken) zie ik hetzelfde type auto staan (goh, dat ik dat nog ga herkennen!) in de kleur van zijn vorige auto. Weer een grijns op mijn gezicht, want wie had dat nou gedacht!

    Tijdens de lessen kan ik me maar moeilijk concentreren en mijn mobiel ligt op tafel zodat ik het kan zien als hij belt. Wanneer ik naar de wc ga gaat mijn mobiel natuurlijk ook mee. Weer terug in de klas voel ik op een gegeven moment wat in mijn broekzak. Mijn telefoon staat op stil en ik was vergeten 'm weer op tafel te leggen. Op dat moment ben ik in een opdracht aan het maken met mijn klasgenoten, maar als ik zie dat ik een gemiste oproep heb en dat het landnummer duidelijk niet van Nederland is spring ik op en haast ik me de klas uit, want ik heb een voicemail. Op de gang luister ik in spanning mijn voicemail af. Het is een kort berichtje, maar ik ben er zo blij mee! Mijn hart maakt een sprongetje bij het horen van zijn stem, dat alles goed gaat en de belofte dat hij vanavond nog belt. Ergens voel ik me rot dat ik 'm gemist heb, maar goed, daar kan ik niets meer aan doen. Mijn eerste reactie is om een berichtje te sturen of terug te bellen, maar dat kan niet. Gewoon rustig afwachten. No way dat ik mijn telefoon nog uit het oog verlies vandaag!

    Ik voel me de spil van zijn thuisfront. Alsof ik iedereen in de gaten moet houden of het wel goed gaat en iedereen op de hoogte moet houden. Ik voel me verantwoordelijk. Daarom is het fijn om gedurende de dag van mijn zussen, een handje vol vrienden, een aantal 'thuisfronters' die ik via internet ken en zelfs van collega's van het vriendje de vraag te krijgen hoe ik me nu voel. Of hoe ik geslapen heb en of ik al iets van hem gehoord heb.
    Als de les afgelopen is bel ik zijn moeder om te horen of zij iets gehoord heeft, anders kan ik haar meteen op de hoogte stellen. Gelukkig heeft hij haar gebeld en nu kan ook zij haar verhaal doen. We praten nog wat na over gisteren en over mijn gesprek met zijn vader om daarna op te hangen. Vlak voordat ze ophangt spreekt ze nog uit dat ze hoopt me binnenkort wel weer even een keer te zien. Ja, daar moet ik eigenlijk ook een keertje heen de komende tijd. Eens zien of ik dat ergens in kan plannen.

    Onderweg naar huis gaat mijn telefoon. Joepie! Hij is het! Ik zet snel de radio zachter, pak met één hand de telefoon uit de houder en neem op terwijl ik mijn snelheid minder en rechts ga rijden. Ik heb geen headset bij de hand, dus dan maar kans op een boete. Dat maakt me nu even niet uit. Bij het eerstvolgende tankstation (een paar honderd meter verder) ga ik er af en zet de auto stil om zo even rustig te kunnen kletsen.
    Wat is het heerlijk om zijn stem te horen. Er zit een korte vertraging op de lijn, maar gek genoeg merk ik daar weinig van als we met elkaar praten. Dit kunnen we dus ook goed samen, haha. Ik luister naar zijn verhalen en als hij vraagt hoe het met mij gaat krijg ik de glimlach al helemaal niet meer van mijn gezicht. Wat is hij toch lief! Als ik hem vertel dat ik nog niet echt het gevoel en het besef heb dat ik 'm maanden niet ga zien zegt hij: "Net alsof ik een weekje op vakantie ben, of zo." Ja, precies!
    We praten over alles en ik vertel hem over het gesprek met zijn vader. Ik moet huilen, want wat zat me dat hoog. Maar we praten ook over koetjes en kalfjes en nemen onze dag door. Heerlijk is dat. Hij vertelt me dat hij kan bellen nu, maar niet zelf gebeld kan worden en ook geen sms kan ontvangen. Ik kan 'm nog wel WhatsAppen, want als hij dan de Wifi aanzet krijgt hij alles binnen. In gedachten lach ik om de 'spams' die we elkaar in het begin stuurden als hij geen bereik had. O ja, dat gaat het zeker weer worden!

    Hij vertelt dat hij het gevoel heeft dat het rond tienen is, maar dat het (ik hoor dat hij op zijn telefoon kijkt) pas half zeven is. "Ja schat, dat kan wel kloppen, want hier is het half zeven, maar bij jou half tien." O ja, hij moest nog even de tijd van zijn telefoon aanpassen. En ook zijn cadeautje heeft hij nog niet uitgepakt. Dat ging hij meteen doen. Ik ben zo nieuwsgierig wat hij er van vindt!
    We praten een klein kwartiertje met elkaar en dan ronden we af. "Veel plezier, slaaplekker voor straks en tot snel." Heerlijk om elkaars stem even te horen, wie weet wanneer we daar weer tijd voor hebben.
    Ik besluit zijn vader niet te bellen. Daar heb ik nu even geen zin in. Morgen is er weer een nieuwe dag.

    Wanneer ik 's avonds op de bank zit begin ik te rillen en heb ik het ijskoud. De vermoeidheid vindt nu langzaam zijn weg door mijn lijf. Op tijd naar bed dus vanavond. In bed trek ik zijn kussen naar me toe. Ik kan er niet op slapen, want dan krijg ik enorme oorpijn, maar ik kan er wel tegenaan liggen. Zo cliché, maar toch fijn. Slaaplekker. Mijn eerste dag kan afgestreept worden. Op naar morgen.

  • Rawr!

    Wat een dagen... Intern begin ik wat te blokkeren. Zo merk ik op dat ik vaker last van mijn kaken heb, omdat ik onbewust mijn tanden op elkaar bijt. Ook de vermoeidheid begint nu echt grote slagen te maken en geeft me af en toe een elleboog, want mijn nachtrust is niet optimaal. Ik ben vaak wakker, ga verliggen, kruip weer even tegen hem aan, droom heel veel en ben vooral ook 's ochtends heel vroeg wakker. Die vermoeidheid komt mijn emotionele toestand ook niet echt ten goede en wanneer ik hoor dat de vertrektijd een uur later is staan eerder de tranen in mijn ogen dan dat ik een vreugdedansje doe omdat we nog een uurtje langer samen hebben. Ik ben er klaar mee en ik ben er klaar voor.

    Hoe groot is het contrast met een paar maanden terug. Op dat moment kon de vertrekdatum niet ver weg genoeg zijn. Het liefst bleef ik daar, in dat moment, en zette de tijd stil. Natuurlijk zou dat nu ook fijn zijn, maar je weet dat het vertrek er hoe dan ook aankomt, dus de laatste tijd is er vooral de wens om het maar achter de rug te hebben.

    De dagen voorafgaand aan vandaag hebben we al zo vaak gedag gezegd, en wat is dat gek. Mijn zussen, zwagers, opa en ouders gaven hem een knuffel en een hand. "Tot volgend jaar." en "Doe voorzichtig.". Gek om je te beseffen dat ze 'm daarna niet meer zullen zien en dat dat voor mij net zo zal zijn vandaag. Wanneer ik dat hardop mijmer tijdens het afscheid bij mijn oudste zus staan ook de tranen in haar ogen. Dat raakt me en het geeft me ook wel een goed en trots gevoel dat hij dus al zoveel betekent voor mijn familie dat het afscheid moeilijk is.

    Van tevoren heb ik al van alles bedacht en naast het cadeautje wat ik hem heb gegeven (en hij pas daar open mag maken) leek het me wel tof om een filmpje te maken van vandaag, dus vanmorgen vroeg (nadat ik al ongeveer anderhalf uur wakker was en hij nog heerlijk naast me lag te slapen) zette ik mijn telefoon aan, startte de video opname en deed het nachtlampje aan. Wakker worden schat. Vandaag is de dag.

    In elke vezel in mijn lijf voel ik dat het vandaag die ene dag is. We praten niet veel over het afscheid. Niet echt. Ik kan het niet, want dan barst ik in tranen uit. Wanneer we vanmiddag in de auto zitten durf ik het dan toch aan om te vragen wat ik eigenlijk al weet. Ik wil graag bevestiging, ook al heb ik die rationeel gezien niet nodig. Maar omdat hij er weinig over zegt vraag ik het hem toch: "Ga je me missen?". "Ja, ik ga je missen.", is zijn eenvoudige maar zoveel zeggende antwoord. Hij kaatst de bal naar mij terug en vraagt of ik hem ga missen. Natuurlijk weet hij het antwoord ook al (hoe vaak heb ik 'm dat al niet gezegd), dus ik grap dat ik 'm wel een klein beetje ga missen. Ik kijk de andere kant op en weer besef ik me even voor hoe lang ik hem gedag moet zeggen, waarop de tranen weer komen en hij me een pakje zakdoekjes aangeeft. Ik lach door mijn tranen heen. Daar is hij weer, mijn rots in de branding, mijn houvast, mijn zekerheid. Altijd daar om mij te helpen en om mij aan te vullen.

    Onderweg naar het vliegveld passeren we de auto van zijn moeder en haar man. We balen een beetje, want ze zijn heel vroeg, maar ik had niet anders verwacht. Bij het verkeerslicht staan we naast een collega die bij mij in de buurt woont. Ook hij gaat mee. We parkeren de auto en als we uitstappen wisselen we onze brieven uit. Nog even dit moment samen voordat we omringd worden met collega's en familie. Ik geef hem mijn brief die ik voor hem heb geschreven en ik krijg de zijne welke aan mij gericht is. Die stop ik in mijn agenda, diep in mijn tas, zodat ik 'm niet kwijt kan raken.

    Nog altijd voelt het niet alsof ik 'm straks maanden niet meer zal zien en ik probeer er ook maar niet aan te denken, want ik merk dat wanneer ik dat doe de tranen al naar boven komen. Nee, hij is nog niet weg. En ja, ik kan dit! We lopen (met zijn familie) naar binnen en eigenlijk vind ik het allemaal een stuk kleiner dan ik verwacht had. Tja, en daar sta je dan... Te wachten... Ik weet me niet zo goed een houding te geven en richt me op alles om me heen. Mensen kijken, gesprekken her en der volgen, met een half oor zijn moeder aanhoren, terwijl ik ook mee probeer te luisteren als het vriendje met een collega praat. Het liefst zou ik heerlijk tegen 'm aan kruipen om 'm nooit meer los te laten, maar ik doe het niet. Ik sta overal en nergens en pak af en toe even zijn hand. Dan kijken we elkaar aan en hebben we geen woorden nodig. Tijdens het praatje van de detco staat hij op de tweede rij. Ik kijk naar 'm en ben beretrots. Dat is mijn man daar. Die knappe, die lieve, die verrassend attente en zo bijzondere man die mijn hart veroverd heeft en daar diep zijn handtekening in gegraveerd heeft zodat iedereen weet: 'Ze is van mij.'. De man die mij laat voelen wat echte liefde is en laat ervaren hoe mooi het leven is met hem er in. Hij geeft me een knipoog en ik voel me even alsof ik de enige ben die daar in die hal staat. Hij en ik, samen.

    De toespraak is over en het wachten gaat verder. Ik zoek de moeder van zijn kamergenoot van de komende tijd. Ik heb haar en zijn vader ontmoet tijdens de TFI-dag. Als ik haar gevonden heb word ik enorm hartelijk begroet, en wat doet me dat goed. We praten kort even en dan zie ik een collega van het vriendje die ik al wel ken. Wat super dat ze toch even is gekomen en ik ben blij met weer een bekend gezicht. We praten even en daarna loop ik weer naar het vriendje en zijn familie toe. Daar word ik meteen voorgesteld aan een andere collega, al duurt het even voordat het kwartje valt en ik de namen bij de verhalen kan plaatsen.
    Ik word kriegel van het wachten, van het niets doen en fladder dus overal een beetje rond. Zijn vader is nog steeds niet aanwezig, dus ik probeer alles in de gaten te houden en hem te zien wanneer hij er aan komt. Ik loop even naar buiten, dan kijk ik weer binnen rond en tijdens alles wat ik doe blijf ik de ruimte scannen. Dan sta ik weer even bij het vriendje, dan sta ik even te kletsen met een aantal van zijn collega's, om vervolgens toch maar weer terug te gaan.

    Het grootste gedeelte van de militairen die mee gaan zijn al ingecheckt en na de laatste oproep om in te checken is het dan zo ver. Hij pakt zijn tas en ik wacht mijn beurt af. Eerst maar zijn familie, want ik wil 'm als laatste omhelzen, een kus geven en zeggen dat ik van 'm hou. Als hij me kust breek ik toch en de tranen stromen over mijn wangen. Wat is dit moment toch raar, wat is dit moment toch moeilijk. Voor ons allebei. We houden het kort en door mijn tranen heen zie ik hem weglopen, terwijl zijn moeder een arm om me heen legt. Ik probeer me te herpakken, even de focus op wat anders te leggen en door mijn tranen heen geef ik zijn nieuwe kamergenoot nog een knuffel en wens 'm veel plezier. "Pas goed op 'm." wil ik hem nog zeggen, maar ik doe het niet want ik weet dat dat wel goed zit.

    Ik kijk 'm na en loop weer terug om gedag te zeggen tegen de collega's die er nog zijn. Eén van hen zegt me vooral een berichtje te sturen als ik dat wil, of gewoon eens langs te komen als ik daar behoefte aan heb. Zo ontzettend lief!
    Daarna ga ik bij het raam staan en wacht tot hij vooraan in de rij staat. We zwaaien naar elkaar, ik blaas hem een handkus en dan is hij echt weg.

    Ik loop naar de auto en wil bijna automatisch aan de bijrijders-kant het portier open doen, waarna ik mij een fractie van een seconde later besef dat dat niet hoeft. Ik rij er nu nog maar alleen in. Dit is mijn plekje van hem. Even helemaal voor mij, maar zo in alles nog van hem.

    Als ik in de auto ga zitten doe ik het lampje aan en met de tranen over mijn wangen en een grote glimlach op mijn gezicht van al die gemixte gevoelens lees ik zijn brief. Wat een geweldige kerel heb ik toch. Mijn telefoon maakt geluid en het is een WhatsApp van hem. Na een paar berichtjes heen en weer weet ik dat ik echt moet gaan. Ik moet naar huis. Ik zou wel vast willen houden aan elk woord, aan elk dingetje wat hem nog even hier houdt, maar ook ik moet nu afscheid nemen. Voorlopig... Want zoals ik mijn brief aan hem afsloot: 'Dit is geen "Doei!", maar een "Tot straks!". Kusje, wolkje, hartje. Dat zegt alles voor ons.



  • zaterdag 8 september 2012

  • Kom maar op!

    Wat een heerlijke avond vanavond. Samen met mijn ouders en mijn zusje en haar vriend zijn we uit eten geweest. Echt zo leuk om op zo'n moment soms wat afstand te nemen en te zien hoe iedereen grapjes maakt, lacht met elkaar en van de avond en het gezelschap geniet. "Zie je er tegenop?", vraagt mijn zusje half algemeen en half aan het vriendje. Een vraag die voor ons beiden wel dubbel is. Afscheid nemen is niet leuk. En hoewel hij het daar nooit over heeft zal het ook voor hem wel gek zijn denk ik om mij gedag te kussen met de wetenschap dat we elkaar pas weer in het nieuwe jaar zullen zien. Hij heeft er zin in. Ik ook, alleen dan op een andere manier. Ik merk dat de spanning van het naderende vertrek en vooral het naderende afscheid zijn weerslag heeft op mijn lijf en mijn emoties. Ik ben er nu elke dag mee bezig. Bijna de hele dag. Als ik 's ochtends wakker word weet ik dat er weer een dagje minder te genieten is, weer een nachtje minder te slapen, voordat hij vertrekt. Ik ben moe, slaap niet echt goed en moet soms spontaan huilen. Een paar dagen terug kwam daar ook nog een bak onzekerheid bij, met als resultaat dat ik huilend in bed lag in een poging om te slapen.

    Vandaag in de auto, als ik lekker tegen hem aanleun, stromen de tranen opeens over mijn wangen. Ik kan niet uitleggen wat er is. Het vriendje kijkt me wel een paar keer aan, maar vraagt niks. Vanavond in bed schiet de stress ineens weer door mijn lijf bij de gedachte dat we voor het vertrek nog 'even' uit eten gaan. Ik voel me onrustig en probeer er grip op te krijgen door in mijn hoofd te ordenen. Ik reken terug: zo laat is het in-checken, zo laat hebben we met zijn ouders afgesproken op het vliegveld, en een half uur eerder willen wij er al zijn. Maar dan komt het lastige gedeelte: hoe lang doe je over uit eten gaan? Hoeveel tijd moeten we daar voor rekenen? We moeten vroeg eten, besluit ik, anders zit ik daar niet lekker. Om het kracht bij te zetten zeg ik het hardop tegen het vriendje, maar in mijn lijf zit de spanning al die ik dan waarschijnlijk zal voelen en ik voel de tranen komen. Huilend lig ik in bed (o, wat voel ik me cliché), waarop hij dichter tegen me aan komt liggen, me troost en niets zegt. De interne knop gaat om en de spanning voel ik overal als een stuk opgekropte energie waar ik nu niks mee kan, maar de tranen zijn gestopt. Het liefst wil ik nu gaan hardlopen. Of tegen een boksbal slaan.
    "Ga maar lekker slapen.", zeg ik zachtjes, plant een kus op zijn lippen en bestudeer zijn gezicht in dit schaarse licht. Na een poosje gaan zijn ogen dicht en begint hij langzaam te ontspannen.

    In stilte stromen de tranen weer langs mijn wangen terwijl ik naar zijn regelmatige ademhaling luister. Kom maar op met dat afscheid. Let's get it over with.

    In gedachten fluister ik 'm toe: "Slaapzacht lief. Ik red me wel. Komt goed."

  • dinsdag 4 september 2012

  • Ultiem genieten

    Afgelopen weekend hadden we het hele weekend eens echt voor onszelf. Op het huis van mijn zus passen en de beestjes daar in huis ook wat aandacht geven. Maar voor mij is het nu vooral genieten van het samen zijn. Dat betekent niet dat wij samen de hele dag en nacht aan elkaar geplakt zijn, of dat we enkel op de bank of in bed te vinden zijn, maar dat we gewoon de dingen doen zoals het komt. Gewoon een normaal weekend, alleen dan echt wij met z'n tweeën. We hadden maar één enkel ding gepland en dat was ook echt puur voor ons. Heerlijk! En zoals altijd lijkt het alsof het allemaal zo in elkaar past.

    Dit weekend heb ik wel tientallen keren in stilte gezwijmeld en verzucht hoe perfect het vriendje is. Ik hoef maar iets te denken, dan kijk ik en dan heeft hij het al gedaan of er aan gedacht. Bij aankomst vrijdag bleken de lampen beneden het niet te doen. Gelukkig is het vriendje handig en heeft bijna overal wel verstand van, waardoor hij weer mijn redder in nood was. Vervolgens zegt hij wat over de min die contact maakt met de aarding, maar dat is als Hocuspocus en Adacadabra voor mij: ik hoor wel wat ie zegt maar daar houdt het toch echt bij op. Maar zoals hij dat dan weer fixt maakt me zo enorm trots.

    Afgelopen zondag hadden we samen een fotoshoot. Een vriendin van mij wilde de foto's wel maken. Voor ons hopelijk als resultaat een paar mooie foto's van ons samen, en voor haar de mogelijkheid om eens te oefenen met het fotograferen van volwassenen.
    Ik ben niet zo fotogeniek en ik vind poseren voor een foto al helemaal niks. Maar tijdens de shoot had ik dat gevoel helemaal niet. Dat je de fotografe dan al kent scheelt zeker, maar vooral dat we het samen deden voelde zo vertrouwd en zo goed. En dan is hij ook nog eens voor alles in, trekt graag zijn DT aan (omdat ik dat vroeg), doet mijn haar goed, haalt de zandvegen van mijn gezicht en kan er voor zorgen dat ik zelfs soms het gevoel heb dat we alleen met z'n tweeën waren.

    Wanneer we 's ochtends in bed liggen en ik nog even extra tegen 'm aan kruip omdat ik zoals gewoonlijk eerder wakker ben dan hij, besef ik me hoezeer mijn leven is veranderd de laatste tijd. Nog niet zo lang geleden was ik vrijgezel en deed alles alleen. Ik trok mijn eigen pad en zou wel zien hoe alles zou lopen. Nu voel ik me een totaal anders mens, meer compleet en ook echt gesteund. Ik sta er niet meer alleen voor, we plannen zelfs een toekomst samen en ik heb meer een doel om naartoe te werken. En ondanks dat het allemaal nog vrij pril is voelt het alsof we al jaren niet anders kennen en niet anders doen. Voorheen vond ik het vreselijk als iemand bij me in bed lag. Dan kon ik bijna niet slapen, bang om de ander wakker te maken. Nu mis ik hem in mijn bed en ben blij als ik weer tegen hem aan kan kruipen (en andersom).

    Ik adem elk moment met diepe teugen in, alsof ik het allemaal vast probeer te houden. De geur, die ene blik, dat gevoel, de omgeving en hoe ik me voel. Alsof ik van elk moment een potje zou willen maken met alle elementen om af en toe nog eens aan te ruiken, van te proeven en van te genieten. Hoe ik achter zijn pet mijn ogen sluit en hem kus, waarbij ik even vergeet dat we hier staan te poseren voor een foto. Hoe we 's avonds terug naar huis rijden, mijn arm op zijn been, mijn hoofd op zijn schouder, terwijl op de radio 'ons' liedje voorbij komt. Of als hij me 's ochtends een lome glimlach schenkt en me weer dicht tegen zich aantrekt. Dit is ultiem genieten.

  • Copyright @ 2013 Zij van hem.